Bijbelstudies
- Maar eerst de kaper uit de cockp...
- Bruggenhoofd
- Blijdschap kwijt
- Kijk met Kerstmis verder dan de ...
- Het leven van Abraham
- Het huis van God
- De Tabernakel - De gemeenschap m...
- Openbaringen uit de Openbaring...
- ADVENT
- REVOLTE - Een studie over 1 Samu...
- 10 Redenen waarom wij bidden...
- De tijdperken en gebeurtenissen ...
- Een koningin gezocht
- 10 Redenen waarom God mens werd...
- Een allernieuwst testament...
- De betekenis van kerstmis...
- Het Wonder Van Het Pinkstergebeu...
- Het Wonder Van Het Pinkstergebeu...
- Verkondigt alle landen
- Leven uit de rechtvaardigmaking...
- Leviticus
- Een vreemd antwoord
- Is dat nu een God van liefde...
- MATTHEUS
- JOHANNES 3:16
- De feesten des HEREN
- Goddelijke geheimen uit Galaten...
- De gouden keten
- Getuige worden van Zijn opstandi...
- Pasen - en dan
- Hij is het
- Consequenties van het grote kers...
- Flakkerende kaarsjes of een vlam...
- KERSTFEEST - maar nu eens een ke...
- Is het geen waanzin om te zingen...
- Kerstfeest: Oorlogfeest! (1968)...
- ADVENT - In het licht van het ni...
- Voor die engelen was het maar ge...
- ADVENT - En het geheim van een a...
- Opwekkingen in de bijbel Hizkia...
- Ezra - opwekkingen in de bijbel...
- Hemelvaart - Het machtige feest ...
- Pinksteren en de gemeenschap van...
- Pinksteren en de gemeenschap van...
- Redding of Roeping
- Hemelvaart - De grootste der chr...
- Hemelvaart - Christus leeft in m...
- Hemelvaart - Een mens op Gods Tr...
- Hemelvaart - De verheerlijkte He...
- De Beker
- De Tabernakel
- De toekomst begint vandaag!...
- Judas en ik...
- Mozes, een teleurgesteld man...
- Kerstfeest en onze frustraties!...
- Het geloof van Herodes!...
Bijbelstudie: Maar eerst de kaper uit de cockpit!
HOOFDSTUK 1
Een Bijbelstudie over:
- de ‘gekaapte’ planeet Aarde
- de herovering door ‘de Wettige Gezagvoerder’
- het zoeken naar ‘een nieuwe bemanning’
- een en ander over ‘de passagiers’
Onze planeet Aarde is gekaapt
Met een angstwekkende snelheid raast het toestel door de ruimte, met zo’n vier miljard mensen aan boord. Duistere machten hebben er bezit van genomen! Bij bemanning en passagiers heerst grote verwarring. Angstig vraagt men zich af waar men zich bevindt en waar men uiteindelijk zal belanden. Het meest verbazingwekkende echter is wel dat bijna niemand door heeft dat men gekaapt is. Men weet dat er iets mis is, men weet zich door een enorme ramp bedreigd, maar wat er nu precies aan de hand is, daarvan heeft bijna niemand enig idee.
Toen het toestel oorspronkelijk geconstrueerd werd, was de Constructeur tegelijk ook Gezagvoerder. Samen met de tweede piloot, de heer Adam bij name, bestuurde Hij de machine en de vlucht verliep zonder enig probleem. Maar door een onvergeeflijke stommiteit van die tweede piloot wist Diabolos, de kaper, de machine in handen te krijgen en werd de wettige Gezagvoerder opzij geschoven. Vanaf die tijd zit men geen moment meer zonder moeilijkheden! Omdat de passagiers de eigenlijke oorzaak van de moeilijkheden niet weten, zoeken ze die overal, behalve waar hij te vinden zou zijn. Het enige wat men echter weet, is dat men uit de koers is geraakt en in een vreselijk onweer terecht is gekomen.
Iedereen bemoeit zich er dan ook mee om de juiste koers weer te vinden. Bij de bemanning regent het van alle kanten goede raadgevingen. Volgens de één moet men wat meer links aanhouden, volgens de ander wat meer rechts, volgens de derde moet men het juiste midden weten te vinden. Daarbij ruziën de passagiers met de bemanning en de bemanning en de passagiers ruziën allemaal met elkaar. Het lijkt een compleet pandemonium.
Diabolos grijnst vergenoegd in de cockpit. Door zijn scherpe gehoor ontgaat hem niets. Vooral die heftige woordenwisseling daarginds in een hoek van de cabine heeft zijn bijzondere aandacht.
‘Het loopt met jullie nog eens glad verkeerd af’, klinkt een wat gezwollen aandoende stem, ‘jullie houden helemaal geen rekening met je Schepper, jullie willen naar God noch gebod luisteren! Jullie zoeken het alleen maar in dit leven, jullie denken alleen aan het tijdelijke en helemaal niet aan de eeuwigheid. Jullie menen het hier ook allemaal zelf te kunnen klaren ...’
‘Ach wat’, klinkt er een andere stem tegenin, ‘wat verbeelden jullie christenen je wel? Jullie vinden jezelf veel beter dan ons! Jullie denken de wijsheid in pacht te hebben. Maar wat hebben jullie met tweeduizend jaar christendom bereikt? Waar blijven jullie met je: Vrede op aarde? Kijk eens wat een bende jullie het er hier aan boord van gemaakt hebben. Heel jullie gezemel over naar de hemel gaan is alleen maar een vlucht uit de werkelijkheid. Jullie zweven! Ja, laat de medemensen maar creperen en ga zelf maar heerlijk in die vermeende zaligheid - ver weg achter de sterren - lekker op een harpje zitten spelen, als je daar lol in hebt! Maar ons krijg je niet zo gek. Wij blijven liever met beide benen op de grond en doen liever iets praktisch voor onze medemensen … !’
‘Toe nou, wij christenen zemelen over de hemel en laten onze medemensen creperen?’ mengt zich een derde in het debat, ‘je moet echt niet geloven dat wij allemaal nog zo middeleeuws denken, die tijd hebben we gehad. Nee, er zijn er steeds meer die een vooruitstrevende, nuchtere, realistische politiek willen bedrijven. De hemel komt later wel, wij strijden voor de vrede en voor een meer leefbare wereld nu. Vergis je maar niet ... !’
Een tijdlang zijn ook woorden als ‘horizontalisme’ en ‘verticalisme’ niet van de lucht.
Diabolos grijnst weer - het gaat hem zo best naar de zin! Laat ze maar met elkaar knokken, ik heb er geen hinder van. Noch van de een, noch van de ander! Integendeel, als ze zo met elkaar overhoop liggen, besteden ze geen aandacht aan mij en ontdekken ze niet ...
Op dat moment klinkt er een kreet door de kajuit: ‘Mensen, wordt toch eens wakker! Besef het toch, we zijn gekaapt! Als we niet gauw ...’ Diabolos verstijft van top tot teen. Oh ellende, daar heb je het al! Maar wat de man verder probeert te zeggen, gaat teloor in de bulderende lachsalvo die van alle kanten losbarst. Dit is werkelijk de mop van het jaar! Gekaapt ... stel je dit eens voor! En een tijdlang maakt het geruzie plaats voor een geanimeerde discussie over biblicisme, fundamentalisme, piëtisme en al dergelijke naïviteiten meer.
De kaper zelf ontspant zich weer. Tjonge, dat was ook maar net op het kantje af! Je zou zo’n kerel de nek omdraaien. Dat soort is wel gevaarlijk. Enfin, denkt hij, het is weer goed afgelopen en ik heb het toestel nog steeds in mijn greep, zonder te zijn ontmaskerd. Wat een geluk dat ik de passagiers zo op mijn hand heb! Dat de meeste passagiers me niet herkend hebben, is overigens niet zo verwonderlijk. Een hoog percentage heeft nog nooit van die zogenaamde ‘Wettige Gezagvoerder’ gehoord. Hoe zullen ze dan weten dat een ander Zijn plaats heeft ingenomen? En zij die wel van Hem hebben gehoord en Hem zelfs belijden, och, daarvan kennen de meesten Hem toch niet persoonlijk. Hij moet eens gezegd hebben: Mijn schapen horen naar mijn stem ... en zij volgen Mij. Maar de meesten kennen Zijn stem niet, al noemen ze zich naar Zijn naam. Trouwens, de meesten van hen geloven ook niet eens dat ik besta en dat maakt alles zoveel gemakkelijker voor me. Het geeft ze ook zo’n heerlijk superioriteitsgevoel om smalend te kunnen afgeven op dat middeleeuwse bijgeloof in een duivel, zoals ze dat noemen. Moge hun ongeloof bijzonder versterkt worden. En dat restantje dat mijn Aartsvijand wel kent, nu ja, daarvan hebben verreweg de meesten niet de moeite genomen een blik in de cockpit te slaan. Ze hebben zonder meer aangenomen dat Hij wel achter de stuurknuppel zou zitten! Als we de zaak nu maar zo kunnen houden, dan gaat alles prima. Van de niet-christelijken heb ik hoe dan ook geen last. En de christelijken doen ook niets. Laat ze maar naar de hemel willen of laat ze maar hard werken voor de vrede en een meer leefbare wereld. Zolang ze maar niet uitgaan van het standpunt: ‘Maar eerst de kaper uit de cockpit!’
- - - - -
De hemel of een meer leefbare wereld?
Als we maar in de hemel komen!
Dat was vroeger bij de meeste christenen, wat hun godsdienstig leven betrof, de hoofdgedachte. En er zijn nog mensen van: Och, mocht het me nog eens ... ! In de laatste jaren echter gaan steeds meer mensen overstag en zoeken ze het meer op de aarde beneden dan in de hemel boven. ‘Vrede en een meer leefbare wereld’ is alles wat de klok slaat. Voor welke van de twee kiezen wij?
In deze studie willen we laten zien hoe de Bijbel beide kanten tot hun recht laat komen.
(These - antithese - synthese.)
We willen dan de nadruk leggen op:
- de hemel, maar ook op de aarde
- de aarde, maar ook op de hemel.
Wie alleen denkt aan het gaan naar de hemel, is eenzijdig. Wie alleen denkt aan een meer leefbare wereld, is het ook! Over dat gaan naar de hemel valt veel te zeggen. En wat betreft die meer leefbare wereld is het maar de vraag op welke wijze die gerealiseerd moet worden, door de Heer Zelf of op een menselijke manier. De menselijke manier laat altijd de kaper in de cockpit en loopt uit op het antichristelijke rijk.
De diepste oorzaak van oorlog en ellende!
Niemand wil oorlog - enkele profiteurs buiten beschouwing gelaten. En toch komt die steeds weer opnieuw. Sinds mensenheugenis heeft men de ellende van de oorlog aan den lijve ondervonden. Hoe komt het dan toch dat men er desondanks steeds weer mee doorgaat? Door de eeuwen heen heeft de mensheid de zinloosheid van de oorlog ervaren. Waarom leert men er dan niet van? Als oorlogen en het slecht leefbaar zijn van de wereld alleen te wijten waren aan menselijke onvolkomenheid en zonde, dan zouden vrede en een meer leefbare wereld mogelijkerwijs bereikbaar zijn door een verandering van de mens. Er zijn echter diepere oorzaken.
In deze tijd waarin zo sterk de nadruk wordt gelegd op vrede en een meer leefbare wereld, wordt maar al te vaak over het hoofd gezien dat er één grondoorzaak is voor alle menselijke ellende. Deze ene grondoorzaak heeft twee kanten en ze zijn:
- Het nee zeggen tegen Gods heerschappij
- Het ja zeggen tegen satans heerschappij
- - - - -
1. Het nee zeggen tegen Gods heerschappij
God schiep ons mensen met de bedoeling om ons leven in volmaakte liefde, wijsheid en macht te leiden, te besturen, te regeren. Dit is het Koninkrijk Gods.
God is volmaakte liefde - daarom verlangt Hij ernaar Zijn schepselen het beste te geven.
God is volmaakte wijsheid - daarom
God is volmaakte macht - daarom kan Hij Zijn schepselen het beste geven.
Als we vragen: Waar is het Koninkrijk Gods? Dan is het eenvoudigste antwoord: Het Koninkrijk Gods is daar waar God Koning is! En Zijn heerschappij is een heerschappij van volkomen liefde, wijsheid en macht.
Door nee te zeggen tegen Gods regering, ontzegt men zichzelf al deze zegen en valt men terug op zichzelf, met alle fouten en gebreken. Maar er komt nog een uiterst belangrijke factor bij. De mens is nooit zonder een heerschappij boven zich - en zo komen we tot:
2. Het ja zeggen tegen satans heerschappij
In het begin van de Bijbel, in het derde hoofdstuk al, zien we hoe de zondeval het gevolg was van een ja zeggen tegen de machten der hel, wat inhield een nee zeggen tegen God. In de meeste gevallen gebeurt dit ja zeggen tegen de machten van de hel onbewust - al gebeurt het dan toch maar! Als de Wettige Gezagvoerder niet wordt gehoorzaamd, dan neemt Diabolos het onherroepelijk over - met alle gevolgen van dien.
We gebruiken nogal eens de uitdrukking: de God - mens verhouding. Daar is uiteraard geen bezwaar tegen, maar men kan onmogelijk de Bijbel en het wereldgebeuren begrijpen als men niet tevens rekening houdt met een derde factor: de machten van het duister. De Bijbel gaat dan over de volgende verhoudingen:
God
|
mens
|
satan
Zo staat de mens dan tussen twee werelden in: de wereld van God en de wereld van satan, de wereld van het Licht en de wereld van het duister. Alle pogingen om vrede en een meer leefbare wereld te bereiken, zonder rekening te houden met God, zijn gedoemd om schipbreuk te lijden. Maar zelfs de pogingen van gelovige mensen die wel met God rekening houden, zijn gedoemd schipbreuk te lijden, indien zij geen rekening houden met de machten van het duister! Wat heeft Jezus Zelf niet sterk de nadruk gelegd op de realiteit van de machten van de hel! Zijn boodschap was de boodschap van het Koninkrijk Gods, de regering van God. Zijn doel was de mensen terug te brengen onder de heerschappij van God. Maar dan moest eerst de macht van de hel in de levens van mensen worden gebroken. De Wettige Gezagvoerder moest in de cockpit terug. Dat kon echter alleen wanneer de kaper eruit werd geworpen! ... indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen. Mattheüs 12:28. Deze beide kanten vinden we ook terug in een tekst als de volgende: Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde. Colossenzen 1:13. (Statenvertaling) We geven hier deze vertaling omdat het woord getrokken (Grieks: rhuomai)?duidelijker is dan het woord verlost van de NBG. We hebben hier met een volkomen ander begrip te maken dan bij het woord verlossing (Grieks: apolutrosis) in Colossenzen 1:14.
Vrede en een meer leefbare wereld zijn wel mogelijk, ze worden in de Bijbel ook beloofd, maar ... eerst moet de kaper uit de cockpit.
Sommigen zullen, vooral bij het lezen van het stuk over Diabolos, misschien de indruk krijgen dat we de satan teveel macht toekennen. Heeft de vijand dan alles te zeggen in deze wereld en heeft God niets meer in te brengen?
Zo ligt het natuurlijk ook niet. Elk beeld is eenzijdig en we haasten ons te zeggen dat de kaper niet zonder meer het toestel daarheen kan sturen waar hij wil. We zijn ons zeer wel bewust van passages als bijvoorbeeld: ... dat de Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen en dat geeft aan wie Hij wil. Daniël 4:32.
Ook vergeten we niet dat Jezus gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Mattheüs 28:18. Dat we wat eenzijdig de nadruk hebben gelegd op de macht van satan, is omdat zijn macht toch wel door velen onderschat wordt. Het klassieke voorbeeld is natuurlijk dat hij aan Gods troon geketend is - maar zijn ketting is weleens heel wat langer dan de meeste mensen denken! Er wordt nogal eens gezegd: Maar alles gebeurt toch zeker zoals God het wil! Maar kan men dan zeggen dat het Gods directe wil geweest is dat het land van de zeven gemeenten (Turkije) geheel en al Islamitisch zou worden? En wat te zeggen van de hele noordkust van Afrika, waar eens de gemeente van Christus bloeide?
En wat moeten we denken van de volgende uitlating van de grote apostel Paulus? Wij, of liever: ik, Paulus, heb namelijk een en andermaal tot u willen komen, doch de satan heeft het ons belet. 1 Thessalonicenzen 2:18.
De Bijbel toont ons beide kanten: de soevereiniteit van God, maar tevens de grote macht van de satan. We mogen naar geen van beide doorslaan. Terwijl er aan de ene kant een gevaar kan bestaan teveel met de vijand bezig te zijn, is het evenzeer gevaarlijk om onkundig te blijven van zijn tactieken, zoals Paulus schrijft: ... opdat de satan op ons geen voordeel mocht behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. 2 Corinthiërs 2:10,11.
En in Efeze 6:10-20 maakt Paulus het volkomen duidelijk dat er heel wat voor nodig is ... om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels ...
Hebben wij ook maar één enkel recht om op Gods bescherming te rekenen wanneer de Heer ons een wapenrusting geeft om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en wij niet de moeite nemen die wapenrusting aan te doen?! Dit betreft het persoonlijke leven, maar er is ook een veel groter verband. Wat pijn doet is als men ziet hoe zovele eerlijke, oprechte, goedwillende mensen - gelovige, zowel als ongelovige - bezig zijn zich uit te sloven voor de vrede en voor een betere wereld, terwijl Gods Woord zo onmiskenbaar duidelijk maakt dat de toestand van de wereld steeds verder achteruit zal gaan, totdat de Wettige Gezagvoerder Zijn plaats in de cockpit weer inneemt.
Voor ons kan er maar één weg zijn en die is: De kaper uit de cockpit en de Wettige Gezagvoerder weer terug!
Opdracht 1-1
We kunnen in het algemeen en abstract spreken over de macht van de satan, maar om ons tegen hem te kunnen bewapenen is het belangrijk meer van hem en zijn werkwijzen af te weten. We geven hier een lijst van teksten. Formuleer in het kort achter elke tekst wat we hieruit kunnen leren over de persoon of over de kracht of over de strategie of over de wapens van de vijand. Dus ongeveer als volgt:
Mattheüs 4: 1-11:
Vers 2 - satan maakt gebruik van ogenblikken van lichamelijke uitputting
Vers 3 - satan is een verzoeker. Hij probeert ons ertoe te brengen zelf te handelen en in onafhankelijkheid van God
Vers 6 - satan maakt gebruik/misbruik van Gods eigen Woord in de strijd tegen God. Hij haalt Psalm 91:11,12 aan, maar waarom niet vers 13?
Vers 9 - satan toont Jezus een goedkopere, een gemakkelijker weg tot het doel.
Mattheüs 4:24 - Bezetenen: mensen in bezit genomen door de machten van de hel. De gevolgen in één adem genoemd met ernstige ongesteldheden, kwellende ziekten en pijnen, verlammingen. Genezing noodzakelijk.
Mattheüs 6:13 - Verlos ons ... = ruk ons uit de macht. Ook Gods kinderen kunnen in satans greep geraken. Gebed voor bevrijding is hier geboden.
Mattheüs 7:22 - Boze geesten kunnen uitgeworpen worden, zelfs door mensen die de Heer niet kennen.
Hier volgen de verdere teksten:
Mattheüs 8:16,28, 29,31,32
Mattheüs 9:32-34
Mattheüs 10:1,8
Mattheüs 12:22,24,26,28,29,43-45
Mattheüs 13:19,25,39
Mattheüs 15:22
Mattheüs 16:23
Mattheüs 17:14-18
Mattheüs 25:41
Als u deze teksten hebt uitgewerkt, kunt u ze vergelijken met onze conclusies aan het einde van dit hoofdstuk.
Na de evangeliën nog:
Handelingen 5:3
Handelingen 13:10
Handelingen 16:16
Handelingen 19:15,16
Romeinen 16:20
1 Corinthiërs 5:5
1 Corinthiërs 7:5
1 Corinthiërs 10:20,21
1 Corinthiërs 12:10
2 Corinthiërs 2:10,11
2 Corinthiërs 4:4
2 Corinthiërs 11:3,4,14
2 Corinthiërs 12:7
Efeze 2:2
Efeze 4:27
Efeze 6:11,12
1 Thessalonicenzen 2:18
2 Thessalonicenzen 2:9
1 Timotheüs 1:20
1 Timotheüs 3:6,7
1 Timotheüs 4:1
1 Timotheüs 5:15
2 Timotheüs 2:26
Hebreeën 2:14
Jacobus 2:19
Jacobus 3:15
Jacobus 4:7
1 Petrus 5:8
1 Johannes 3:8,10
1 Johannes 4:1,3,6
Judas 9
Openbaring 2:9,10,13
Openbaring 3:9
Openbaring 9:20
Openbaring 12:9,10,13
Openbaring 16:14
Openbaring 18:2
Openbaring 20:2,8,10
- - - - -
Onderwerp en doel van deze studie:
- De kaper
De bedoeling is iets te laten zien van de plaats en de invloed van de machten der duisternis in het persoonlijk leven en in het grote wereldgebeuren. En daarmee verbonden het grote belang van de strijd in de hemelse gewesten.
- De Wettige Gezagvoerder
De betekenis van het Koninkrijk Gods, vooral ook in verband met de wederkomst van Christus, zal een grote plaats innemen in deze studie. Het zal dan gaan over Zijn komst voor Zijn Gemeente, voor Israël en de volkeren.
- De nieuwe bemanning
Het ‘regeren met Christus’ is tegelijkertijd een van de belangrijkste, maar tevens een van de meest verwaarloosde onderwerpen uit de hele Bijbel. Dit te begrijpen geeft de sleutel tot een heel nieuw begrip van de Heilige Schrift.
- De passagiers
Christus zal straks met Zijn gemeente heersen over de volkeren van de wereld. Een vraag die dikwijls gesteld wordt is: Maar waar komen die volkeren dan vandaan? Ook over dit weinig bekende onderwerp zegt de Bijbel veel.
In de titel: Maar eerst de kaper uit de cockpit, impliceren de woorden ‘Maar eerst ...’ dat er na de verwijdering van de kaper grote dingen staan te gebeuren. Daarover vooral zal deze studie gaan.
Opdracht 1-2
Wat zijn de kansen dat de wereld door een geleidelijke kerstening en christelijke politiek meer leefbaar gemaakt kan worden? En het Koninkrijk Gods op aarde zo gerealiseerd kan worden?
Trek conclusies hierover uit de volgende passages:
Mattheüs 24:9-13,21,22,37-39
2 Thessalonicenzen 2:3
1 Timotheüs 4:1
2 Timotheüs 3:1-5
2 Petrus 3:3,4
Judas 17-19
Openbaring 16:13
Openbaring 19:19
Opdracht 1-3
Welke conclusies trekt u uit het lezen van deze verzen?
Mattheüs 4:1-11
Mattheüs 6:13
Mattheüs 7:22
Mattheüs 8:16, 28-34
Mattheüs 9:32-34
Mattheüs 10:1,8,25
Mattheüs 11:18
Mattheüs 12:22-29, 43-45
Mattheüs 13: 19,25,28,38,39
Mattheüs 15:22
Mattheüs 16:23
Mattheüs 17:14-18
Mattheüs 25:41
Dan zijn er nog de volgende teksten in het Nieuwe Testament, na de evangeliën:
Handelingen 5:3,16
Handelingen 8:7
Handelingen 10:38
Handelingen 13:10
Handelingen 16:16-18
Handelingen 19:13-16
Handelingen 26:18
Romeinen 16:20
1 Corinthiërs 5:5
1 Corinthiërs 7:5
1 Corinthiërs 10:20,21
1 Corinthiërs 12:10
2 Corinthiërs 2:10,11
2 Corinthiërs 4:4
2 Corinthiërs 11:3,4,14
2 Corinthiërs 12:7
Efeze 2:2
Efeze 4:27
Efeze 6:11,12
1 Thessalonicenzen 2:18
2 Thessalonicenzen 2:9
1 Timotheüs 1:20
1 Timotheüs 3:6,7
1 Timotheüs 4:1
1 Timotheüs 5:15
2 Timotheüs 2:26
Hebreeën 2:14
Jacobus 2:19
Jacobus 3:15
Jacobus 4:7
1 Petrus 5:8
1 Johannes 3:8,10
1 Johannes 4:1,3,6
Judas 9
Openbaring 2:9,10,13,24
Openbaring 3:9
Openbaring 9:20
Openbaring 12:9,12
Openbaring 16:13,14
Openbaring 18:2
Openbaring 20:2,7,10
- - - - -
Uitwerking van opdracht 1-1
Mattheüs 8:16 | Bezetenen werden toen als zodanig herkend! Er was niet alleen sprake van genezing, maar uitdrijven. Dit gebeurde door Jezus’ Woord. |
Mattheüs 8:28 | Bezetenen kunnen bovennatuurlijke lichamelijke kracht bezitten. Ze zijn gevaarlijk. |
Mattheüs 8:29 | Ze hebben bovennatuurlijk inzicht, ze herkennen Jezus. Ze weten gepijnigd te zullen worden en dat daartoe een tijd bepaald is. |
Mattheüs 8:31 | Boze geesten verlangen een menselijke of dierlijke woning. Ze smeken (bidden). |
Mattheüs 8:32 | Dieren kunnen bezeten worden, ze verliezen hun bezinning. |
Mattheüs 9:32 | Bezetenheid kan oorzaak zijn van schijnbaar normale lichamelijke handicaps. |
Mattheüs 9:33 | Hier had medische hulp nooit gebaat. |
Mattheüs 9:34 | De Farizeeën schrijven de boze geesten een leider toe. Georganiseerde macht. |
Mattheüs10:1,8 | Jezus’ ‘kader’ krijgt gezag over de demonische wereld. Gods Koninkrijk staat tegenover het rijk van de hel met satan en ziekte. |
Mattheüs 12:22 | Bezetene nu niet slechts stom maar ook blind. Deerniswekkende toestand veroorzaakt door machten van het duister. |
Mattheüs 12:24 | De Farizeeën erkennen niet alleen de overste der geesten, maar geven hem een naam: Beëlzebul. |
Mattheüs 12:26 | Satan heeft een koninkrijk. |
Mattheüs 12:29 | De komst van Gods Koninkrijk/heerschappij wordt openbaar in het overwinnen van het rijk van satan. |
Mattheüs 12:43 | Uitgedreven geesten blijven gevaarlijk - zij hebben er behoefte aan in iemand te varen. |
Mattheüs 12:44 | Het grote gevaar van wel bevrijd zijn, maar leeg blijven! |
Mattheüs 12:45 | Samenwerking in het rijk van de hel resulteert daarin dat de toestand van een bevrijde erger kan worden dan voorheen. |
Mattheüs 13:19 | Wanneer Gods Woord niet in toebereide aarde valt, heeft de vijand macht om ons ervan te beroven. |
Mattheüs 13:25 | Behalve het goede zaad uit ons hart te roven, heeft de vijand macht om ook het verkeerde erin te planten - en vers 39. |
Mattheüs 15:22 | Deerlijk bezeten. Er zijn graden van bezetenheid. |
Mattheüs 16:23 | Goed bedoeld advies en medelijden kunnen door satan zijn geïnspireerd. |
Mattheüs 17:15 | Een voorbeeld van de lichamelijke kracht die de boze geesten op mensen kunnen uitoefenen. |
Mattheüs 17:16 | Machteloosheid bij hen die de opdracht hadden gekregen boze geesten uit te drijven. |
Mattheüs 17:18 | Waar er aan de voorwaarden voldaan is, moeten boze geesten gehoorzamen. |
Mattheüs 25:41 | Het eeuwige vuur was oorspronkelijk niet voor mensen maar voor de machten der hel bedoeld. |
HOOFDSTUK 2
Toch snap je niet dat die zogenaamde christenen zich zo enorm gemakkelijk om de tuin laten leiden. Achter de stuurknuppel mijmert Diabolos wat over zijn behaalde successen. Wat ben ik toentertijd toch volkomen onnodig in paniek geraakt toen die boekdrukkunst werd uitgevonden! Het leek me destijds de grootst denkbare ramp als de massa van mijn passagiers dat vervloekte Handboek van mijn Aartsvijand in handen zouden krijgen. De Bijbel noemen ze dat onding. Hij heeft daarin zo gedreigd om dit toestel te onteren, mij eruit te gooien, alles op zijn kop te zetten en een walgelijk Vrederijk te stichten!
Achteraf bekeken was het helemaal niet zo nodig geweest er zo’n spektakel over te maken en er tienduizenden van te laten verbranden. Het is uiteraard beter dat ze het ding niet in handen krijgen, want er is altijd wel een enkele idioot tussen die er serieus op ingaat. Maar dat is gelukkig uitzondering. De massa blijft blind voor wat er eigenlijk in staat. Ze laat zich ook zo gemakkelijk om de tuin leiden waardoor ze geen enkel gevaar oplevert. Maar ja, dit wist ik toentertijd nog allemaal niet zo. Ik had nog niet eerder de uitvinding van een boekdrukkunst meegemaakt. En het is begrijpelijk dat ik doodsbenauwd was dat mijn passagiers ontdekken zouden dat het toestel gekaapt was en dat ze dan in opstand zouden komen.
Er staat ook zo veel in het Boek over mij dat in hun oren ongunstig klinkt. Die gemene overloper, Paulus bijvoorbeeld, vertelt van mij dat ik de god dezer eeuw ben. Daar heeft hij volkomen gelijk in, maar ik vind het misselijk dat hij het verklapt heeft.
Mijn Aartsvijand Zelf verraadt in dat Boek dat ik de overste der wereld ben. Eigenlijk is dat een geweldig compliment voor mij, maar de mensen hoeven het niet te weten. En dan die verwenste Johannes! Die schrijft: De gehele wereld ligt in de macht van de boze. Ik heb nog kunnen bewerken dat dit in een enkele vertaling weergegeven werd met ligt in
Ze hebben zich zo gemakkelijk laten verblinden voor wat er feitelijk in die Bijbel staat.
Daarbij was hun gezegende egoïsme mijn best denkbare bondgenoot. Door daarvan gebruik te maken, kon ik praktisch alles van ze gedaan krijgen! Ik hoefde er alleen maar voor te zorgen dat ze volkomen op zichzelf gericht bleven, alleen voor zichzelf en hun eigen zaligheid belangstelling hadden en zo kon ik hun aandacht van gevaarlijker onderwerpen afleiden.
Het was een enorme hulp dat zovelen volkomen gebiologeerd waren door de gedachte dat ze zondaars waren, dat ze vergeving nodig hadden omdat ze anders niet in de hemel zouden komen.
Ja, het was machtig fijn om Gods eigen Woord te nemen, dat Woord eenzijdig te belichten en het zodoende te gebruiken als wapen tegen God Zelf.
Bijna niemand dacht aan de grote opdracht om aan alle volken het evangelie te verkondigen. Gelukkig is dat evangelie dan ook één van de best bewaarde geheimen van de wereld gebleven. Honderden miljoenen hebben er nooit van gehoord en dat moeten we zo zien te houden.
Ik kan me er ook zó over verkneuteren als ik hele horden zie rondlopen, alsmaar verzuchtend: ‘Mocht het mij ook nog eens komen staan te gebeuren!’ Van die zal ik nooit last krijgen. En ze denken nog wel dat ze God op die manier geweldig eren. Hopelijk haalt niemand ze uit die waan! Nu heb ik ze niet allemaal zo ver kunnen krijgen, maar bij de meesten draait het geloofsleven toch wel voldoende om henzelf en hun eigen zaligheid, om ze onschadelijk te maken.
Dan die verblinding. Ik ben dus gaan begrijpen dat ik niet iedereen dat gevaarlijke Boek zomaar kon afnemen - en dat bleek ook helemaal niet nodig. Ik gaf ze gewoon een matglazen bril bij het lezen ervan, waardoor ze maar heel onduidelijk konden zien wat er eigenlijk stond. Dat hielp geweldig. De meesten gingen dan ook meer af op wat anderen ervan vertelden - en dat was niet bijzonder veel, omdat ze het zelf niet konden zien. Zo kwamen velen nooit verder dan: ellende, verlossing, dankbaarheid en ... ellende. En zo werden ze maar wat fijn bewaard voor gevaarlijke, extreme theorieën!
Ja, dat: ellende, verlossing en dankbaarheid hadden ze uit de catechismus. Die is samengesteld voor mensen die er behoefte aan voelden om hun zogenaamde geloofsleer in korter bestek overzichtelijk samen te vatten. Die Bijbel is ook zo groot! Ik heb niet kunnen verhinderen dat ze in de catechismus heel gevaarlijke dingen neerschreven, maar ik ben nog altijd ontzaglijk blij dat ze niet al te ver gingen. Het was wel jammer dat ze er zo veel in vertelden van die vervloekte verlossing, maar och, zolang alles alleen maar om ellende, verlossing en dankbaarheid blijft draaien, hoef ik mij niet bezorgd te maken. Ik neem graag op de koop toe enkele zielen te verliezen, als ik maar voorkomen kan dat ze echt lastig beginnen te worden voor mij. Als de mensen zo aan de catechismus blijven hangen dat ze er niet toe komen de Bijbel dieper te bestuderen, dan zullen ze heel weinig ontdekken van die wederkomst van mijn Aartsvijand, van Zijn opzet om dit toestel te enteren en van dat verschrikkelijke Vrederijk dat Hij gedreigd heeft te zullen stichten. Ik heb overigens wel de indruk dat er de laatste tijd steeds minder belangstelling wordt getoond voor die catechismus.
Dan die liederen die ze gemaakt hebben! Over het geheel genomen zijn die ook een grote hulp. Verreweg de meeste ervan stellen de mens en zijn zaligheid in het middelpunt. Er zijn wel liederen waarin mijn vijand verheerlijkt wordt - en daar heb ik een afgrijselijke hekel aan - maar gelukkig zijn die in de minderheid. Ook heb ik kunnen voorkomen dat er al te veel strijdliederen werden gedicht. De mensen moeten vooral passief gehouden worden! En liederen over die zogenaamde grote heerlijke verwachting van de kerk: de wederkomst van die mij zo vijandige Koning, zijn hen in het algemeen grotendeels gespaard gebleven. Nu ja, in enkele kleinere kringen hebben ze ongelukkigerwijs wel iets over dit onderwerp.
Verder is er nog de prediking. Die is weleens heel gevaarlijk gebleken, maar toch was ook dat uitzondering. Zolang er alleen maar verkondigd wordt dat God Liefde is, dat Hij uit genade zo graag wil vergeven, zolang de prediking hoofdzakelijk uit troostpredikaties bestaat, zolang voel ik mij ook zeer wel getroost. Diabolos gniffelt even. Het is me inderdaad bijzonder goed gelukt om te verhinderen dat er veel gepreekt wordt over de zogenaamde grote opdracht van de Kerk en over het weerkomen van die Aartsvijand om hier de rust te verstoren en alles in het honderd te jagen. Het gaat best zo. Het zal ook zeker niet aan mij liggen als daar verandering in komt - ik zal alles op alles zetten om de zaak zo te houden. Wie wel dergelijke grofheden gaat verkondigen, krijgt met mij te doen.
Natuurlijk heb ik er niet helemaal aan kunnen ontkomen de mensen iets te laten weten over de terugkomst van die Christus. In die Bijbel van hen staat er zo enorm veel over, dat ik het gewoon niet kon negeren. Maar geen nood. Die matglazen bril heeft ook hierin machtig geholpen en ik heb er zelfs nog iets heel anders op gevonden! Als ik gezegd had: Christus komt niet weer, had ik een revolutie uitgelokt. Dan hadden hele volksstammen zich op die Bijbel geworpen om bewijzen te vinden dat het wel zou gebeuren - en dat is nu juist het allerlaatste wat je hebben moet. Dan liep ik gevaar dat ze veel te veel zouden ontdekken - met alle rampzalige gevolgen van dien. Nee, ik heb ze rustig laten geloven dat Hij weer zou komen, maar door die bril zagen ze het slechts heel, heel vaag.
Daarbij heb ik er een formulering voor gevonden die een ware uitkomst bleek, namelijk: Hij komt om te oordelen, de levenden en de doden. Deze formulering heeft het grote voordeel dat niemand er belangstelling voor krijgt. Verder heb ik het zo voorgesteld alsof de Vijand alleen maar zou komen om een deel van de mensen, de schapen, naar de hemel te transporteren en de rest, de bokken, naar de hel te sturen. In dat geval zou dit toestel ‘Aarde’ leeg overblijven. Natuurlijk was niemand hier enthousiast over en toen ik de mensen ook nog in het oor fluisterde dat dit nog wel duizend jaar kon duren, keken de meesten kennelijk heel opgelucht. Het leek ook allemaal zo onwezenlijk, zo ver weg. En ik had weer met succes een groot gevaar afgewend. Er waren er wel die spraken over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar ook dat leek zo onwezenlijk en ver weg, dat het weinigen iets deed. Intussen doen ook zij geen moeite om mij hier uit de cockpit te krijgen.
Het was uiteraard wel te verwachten dat er een grote reactie zou komen op al deze dingen en dat zeer velen overstag zouden gaan naar vrede hier en nu en naar een meer leefbare wereld hier op aarde. Maar dat geeft helemaal niet, want ze willen dit zelf organiseren, in eigen kracht, zonder mij buiten spel te zetten en zonder de komst van Christus. De ironie ervan is natuurlijk dat velen daarbij nog om Gods hulp vragen ook!
Nu heb ik afgesproken met mijn vriend ‘Krist’ - ik noem hem meestal bij zijn voornaam ‘Anti‘- dat hij een schitterende luchthaven zou bouwen met die zo populaire naam ‘Vrede en een meer leefbare wereld’. Daar trappen verreweg de meesten van mijn passagiers wel in en ik ben er dolgelukkig mee! Dat miljoenen niet-christenen er geen idee van hebben dat ze nooit echte vrede en een meer leefbare wereld zullen krijgen zolang ik hier ben en voordat mijn Aartsvijand komt, is een groot succes voor mij. Maar het is meestal helemaal fantastisch dat miljoenen die zich christen noemen er ook totaal geen erg in hebben. En dat nog wel terwijl ze zo’n Bijbel hebben die er vol van staat! Dit is voor mij toch wel één van de allergeweldigste triomfen. Daarom maakt het voor mij zo weinig uit of mijn passagiers zich behoudend noemen, conservatief zeggen ze ook wel, of dat ze zich heel erg progressief vinden. Elk is er van zijn kant vast van overtuigd het bij het rechte eind te hebben en hoe meer ze met elkaar slaags raken, hoe liever het me is. Hun superioriteitsgevoel verblindt ze voor het feit dat de wereld een heel andere oplossing nodig heeft voor zijn problemen. En ik van mijn kant, ik zal alles op alles blijven zetten zodat ze er nooit toe komen de oplossing te zoeken in een terugkeer van de zogenaamde Wettige Gezagvoerder. Nee, je snapt echt niet dat ze zich zo enorm gemakkelijk om de tuin laten leiden. Gelukkig maar. Zo hoef ik me ook nooit bezorgd te maken dat ze zullen zeggen: Maar eerst de kaper uit de cockpit!
- - - - -
De wederkomst van Christus
In 1 Thessalonicenzen 1:9 vertelt Paulus hoe de Thessalonicenzen zich van de afgoden hebben bekeerd en wel om twee dingen te doen:
-
God te dienen
Zijn Zoon te verwachten
Dit is een tweepunts programma en beide punten zijn uiterst belangrijk. Maar omdat het eerste: God dienen, helemaal gericht dient te zijn op het tweede: Zijn Zoon te verwachten, en over dit laatste het minst wordt gesproken, zullen we hier op de toekomstverwachtingen en op onze toekomstige taak wat meer de nadruk leggen. Echter niet als een vlucht uit het tegenwoordige leven. Integendeel!
In verband met Christus’ wederkomst, gaan we het volgende bespreken:
- Moeten we ons over de toekomst druk maken?
- Zijn we enthousiast over Christus’ komst?
- Christus komt niet alleen om te oordelen
- De Bijbel zegt erg veel over de wederkomst
- - - - -
1. Moeten we ons over de toekomst druk maken?
Er wordt weleens gezegd: Waarom zullen we ons over die toekomst druk maken? Als we nu onze plicht doen tegenover God en onze medemensen, dan kunnen we die toekomst toch gerust aan God overlaten! En er is ook zo vreselijk veel verschil van mening over – je komt er nooit uit. Even een kleine vergelijking om deze vraag te beantwoorden. We hebben het voorbeeld gebruikt van de kaper in de cockpit van deze wereld. We kunnen ook als voorbeeld gebruiken de bezetting van Nederland in de jaren ’40 -’45. Toen was er op werelds, politiek terrein ook ‘een kaper in de cockpit’ van de Staat der Nederlanden! In die tijd ontstond er een ondergronds verzet tegen de bezettende macht en waar werkte dat verzet nu voor? Voor het toenmalige heden of voor de toenmalige toekomst? Uiteraard voor beide. Adressen werden gezocht voor onderduikers, Joden werden verborgen gehouden, bonkaarten werden gestolen of vervalst, gevangenen bevrijd, enzovoort. Zo werkte men voor het heden. Door alles heen echter werd men beheerst door de gedachte aan een betere toekomst: de bezetter moet weg, Hare Majesteit moet terug! Iedere ware Nederlander leefde naar de bevrijding toe. En zo dient ook elke ware christen bewust toe te leven naar de Grote Bevrijding van deze aarde en naar de komst van de Koning! Als de ene verzetsstrijder tegen de andere zei: ‘Het gaat goed, de bevrijding is dichtbij, nog even en dan is Hare Majesteit weer terug!’ - dan had de andere zeer zeker niet geantwoord: ‘Zanik niet, dat kan nog wel tien jaar duren, we moeten in het heden leven en niet zemelen over de toekomst.’
2. Zijn we enthousiast over Christus’ komst?
Theologen zeggen soms: De eschatologie is het meest verwaarloosde onderdeel van de theologie! (Eschatologie = de leer van de laatste dingen). Vele Christenen hebben dan ook nooit méér gehoord dan dat Christus komt om te oordelen de levenden en de doden. En zijn ze er erg enthousiast over? Hebben we wel eens mensen ontmoet die deze boodschap stralend blij uitbazuinen? Hebben we wel eens jongelui ontmoet die razend enthousiast van catechisatie terugkwamen nadat hierover gesproken was? Nee?
Merkwaardig genoeg zijn er zo’n duizend jaar vóór Christus toch mensen geweest die haast geen woorden konden vinden om hun enthousiasme erover te uiten:
Psalm 96:11-13 De hemel verheuge zich,
de aarde juiche,
de zee bruise en haar volheid,
het veld en al wat daarop is, verblijde zich;
dan zullen alle bomen des wouds jubelen voor de Here, ...
Dat is me nogal een enthousiasme! Maar waarom? Waarom gaat het dan eigenlijk?
... want Hij komt, want Hij komt om de aarde te richten;
We vinden een zo mogelijk nog groter enthousiasme in:
Psalm 98:4-9 Juicht de Here, gij ganse aarde, breekt uit in gejuich en psalmzingt. Psalmzingt de Here met de citer, met de citer en met luide zang, met trompetten en met bazuingeschal; juicht voor de Koning, de Here. De zee bruise en haar volheid, de wereld en wie erin wonen; dat de stromen in de handen klappen, de bergen tezamen jubelen voor het aangezicht des Heren, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid.
Nu de vraag: Waarom was de psalmist er wel zo heel erg enthousiast over en zijn wij mensen van tegenwoordig dat niet? Heeft hij er soms iets meer van begrepen, er iets meer van gezien dan wij? Inderdaad! Als we in Psalm 96:13 en 98:9 het woord richten verstaan, niet alleen als een veroordeling van mensen - wat het ook wel is - maar tevens als een recht zetten van de toestanden in deze wereld, dan wordt alles zo veel begrijpelijker. De psalmist zag vooruit naar de komst van de Heer. Niet slechts om de mensen te verwijderen naar de hemel of naar de hel - er zal nog wel een gericht plaatsvinden - maar bovenal om vrede te brengen en deze wereld meer leefbaar te maken. Kan het zijn dat we tegenwoordig niet zo uitzien naar de komst van de Heer omdat we te druk zijn zelf die vrede en een meer leefbare wereld te organiseren?
3. Christus komt niet alleen om te oordelen
De gedachte dat de Heer alleen maar komt om mensen naar de hemel of naar de hel te sturen is gebaseerd op Mattheüs 25:32. Dat gaan naar de hemel wordt gebaseerd op de woorden die tot de schapen gesproken worden. Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af. Even in het midden gelaten waar deze scheiding van schapen en bokken op slaat, waar is er hier nu sprake van naar de hemel gaan? Er is hier volkomen geen sprake van de hemel. Het hele woord hemel komt niet één keer voor! Dit heeft men er louter bijgefantaseerd. Er is sprake van het Koninkrijk beërven! En waar is dit Koninkrijk?
Talloos vele passages maken duidelijk dat dit Koninkrijk een Koninkrijk is hier op aarde. Een andere keer meer hierover.
Door dit niet te zien, te verkondigen, spelen we de zogenaamde Jehova’s getuigen in de kaart! De psalmist was zo blij, niet omdat mensen naar de hemel of naar de hel werden gezonden, maar omdat heel die ellendige toestand op aarde zou eindigen en er een werkelijk leefbare wereld zou komen. Als Christus weerkomt, komt Hij om Koning te zijn over deze aarde en dat zal een geweldige tijd worden!
Om misverstanden te voorkomen: hoewel Mattheüs 25 niet spreekt over een gaan naar de hemel, is er toch wel degelijk sprake van een: Gaat weg Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur ... Zie vers 41,46.
4. De Bijbel zegt erg veel over de wederkomst
Dat de Bijbel over Christus’ wederkomst spreekt, is natuurlijk zonder meer duidelijk, maar als we de passages over dit onderwerp gaan opzoeken, blijken het er veel meer te zijn dan de meeste mensen denken. Er zijn veel teksten over Jezus’ Koningschap en over Zijn toekomstige Rijk, maar we geven hier alleen nog enkele teksten die over de eigenlijke wederkomst zelf spreken. We nemen nu uitsluitend passages uit het Oude Testament.
Mattheüs 8:16 | Genesis 49:10 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn. |
Numeri 24:17 | Ik zie hem, maar niet nu; ik schouw hem, maar niet van nabij; een ster gaat op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël ... |
Psalm 2:6 | Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg. |
Psalm 21:9,10 | Uw hand zal al uw vijanden vinden, uw rechterhand zal uw haters vinden. Gij zult hen maken als een vurige oven ten tijde dat Gij verschijnt, o Here. |
Psalm 50:2,3 | Uit Sion, de volkomen schoonheid, verschijnt God in lichtglans. Onze God komt en zal niet zwijgen ... |
Psalm 80:2 | ... Gij, die op de cherubs troont, verschijn in lichtglans. |
Psalm 94:1,2 | God der wrake, Here, God der wrake, verschijn in lichtglans. Verhef U, Richter der aarde, ... |
Psalm 96:13 | ... Hij komt ... Hij komt om de aarde te richten ... |
Psalm 98:9 | ... Hij komt om de aarde te richten ... |
Psalm 102:16,17 | Dan zullen de volkeren de naam des Heren vrezen, alle koningen der aarde uw heerlijkheid, wanneer de Here Sion heeft gebouwd, en verschenen is in zijn heerlijkheid. |
Psalm 118:26 | Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren ... |
Jesaja 26:21 | ... zie, de Here verlaat zijn plaats om de ongerechtigheid der bewoners van de aarde aan hen te bezoeken ... |
Jesaja 31:4 | ... zo zal de Here der heerscharen ten strijde nederdalen op de berg Sion ... |
Jesaja 35:4 | ... uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen. |
Jesaja 40:10 | Zie, de Here Here zal komen met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie, zijn loon is bij Hem ... |
Jesaja 42:13 | De Here trekt uit als een held; als een krijgsman doet Hij de strijdlust ontbranden ... |
Jesaja 49:25 | ... zo zegt de Here: Toch worden de gevangenen aan een sterke ontnomen, en ontkomt de buit van een geweldige. Ik zelf zal strijden tegen uw bestrijders en Ik zelf zal uw zonen redden. |
Jesaja 52:7b,8 | Uw God is koning. Hoor, uw wachters verheffen de stem, zij jubelen tezamen, want met eigen ogen zien zij, hoe de Here naar Sion wederkeert. |
Jesaja 59:19,20 | En men zal van waar de zon ondergaat de naam des Heren vrezen en van waar zij opgaat Zijn heerlijkheid, want Hij komt als een onstuimige rivier, door de adem des Heren voortgezweept. Maar als Verlosser komt Hij voor Sion ... |
Jesaja 60:2 | ... duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de Here opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. |
Jesaja 62:11 | Zegt tot de dochters Sions: zie, uw heil komt; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit. |
Jesaja 63:1 | Wie is het die van Edom komt, in helrode klederen van Bozra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. |
Jesaja 64:1-4 | Och, dat Gij de hemel scheurde, dat Gij nederdaalde, dat voor uw aangezicht de bergen wankelden ... dat Gij nederdaalde, zodat de bergen voor uw aangezicht wankelden! |
Jesaja 66:15 | Want zie, de Here zal komen als vuur en zijn wagens zullen zijn als een storm ... |
Ezechiël 21:27 | Een puinhoop, een puinhoop, een puinhoop zal Ik ze maken. ... Totdat hij komt, die er recht op heeft en aan wie Ik het geven zal. |
Ezechiël 36:8,9 | Maar gij, bergen van Israël, zult uw takken voortbrengen en uw vruchten dragen voor mijn volk Israël, want nabij is zijn komst. Want zie, Ik kom bij u en keer Mij tot u ... |
Ezechiël 43:2 | ... zie de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit oostelijke richting, er was een geluid als het gedruis van vele wateren en de aarde straalde vanwege zijn heerlijkheid. |
Daniël 7:13,14 | ... met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; ... |
Hosea 6:3 | Zo zeker als de dageraad is zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als de late regen, die het land besproeit. |
Hosea 10:12 | Dan is het tijd om de Here te vragen, totdat Hij komt en voor u gerechtigheid laat regenen. |
Micha 1:3,4 | ... zie, de Here gaat uit van zijn woning, en Hij daalt neer en treedt op de hoogten der aarde. De bergen versmelten onder Hem ... |
Micha 2:13 | ... hun koning trekt vóór hen uit ... |
Habakuk 3:3 e.v. | God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. Zijn majesteit bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. |
Zacharia 2:10 | Jubel en verheug u, gij dochter van Sion! want zie, Ik kom in uw midden wonen ... |
Zacharia 9:9 | Zie, uw koning komt tot u ... |
Zacharia 9:14 | Dan zal de Here hun verschijnen ... |
Zacharia 14:3 | Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden ... |
Zacharia 14:5 | ... de Here, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. |
Maleachi 3:1 | ... plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt ... |
Maleachi 3:2 | Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? |
Behalve deze teksten over Christus’ komst en behalve die over Zijn Koningschap en Zijn toekomstige Rijk, zijn er ook zeer vele over de dag, de dag des Heren en dergelijke uitdrukkingen. Alleen al in Jesaja komen deze uitdrukkingen meer dan veertig keer voor.
- - - - -
Opdracht II-1
Velen leggen, zeer terecht, grote nadruk op de Bergrede in Mattheüs. Dat dit evangelie ook zoveel over de toekomst spreekt, wordt weleens vergeten. Maak een lijst, zoals bovenstaande, van de teksten die over de wederkomst van Christus handelen. Ze zijn te vinden in de volgende hoofdstukken: 10, 12, 13, 16, 19, 20, 22 (2x), 23, 24 (verschillende malen), 25, 26. Zo veel keer en dat in slechts één evangelie.
Er zijn nog veel meer teksten in Mattheüs over het komende oordeel, loon in de hemel, enzovoort, enzovoort. Wie interesse heeft kan deze allemaal opzoeken.
Opdracht II-2
Uitdrukkingen als de dag des Heren, de dag, te dien dage, enzovoort, komen meer dan veertig keer voor alleen al in Jesaja. We bevelen aan om in je Bijbel deze teksten na te slaan, ze in hun verband te lezen en bijvoorbeeld met rood potlood een D ernaast en eventueel bovenaan de bladzijde te zetten, zodat je die teksten snel terug kunt vinden.
Maak eveneens een lijst, zoals bovenstaande, van de teksten in het boek Jesaja. De uitdrukkingen komen voor in de hoofdstukken: 2, 4, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 19, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 34, 52, 61, 63.
HOOFDSTUK 3
Diabolos fronst de wenkbrauwen! Uit de kajuit dringen verontrustende klanken tot hem door. Je moet ook altijd op je qui-vive zijn in dit toestel, je kunt geen moment je aandacht laten verslappen! Daar begint me wis en waarachtig zo’n ellendeling enthousiast propaganda te maken voor wat hij noemt een nieuwe visie op de wederkomst van mijn ergste Vijand. Ik dacht nog wel dat het me zo goed gelukt was om dat gevaarlijke onderwerp voorgoed in de doofpot te stoppen. En nu moet je die kerel eens zien! Hij zit me daar toch met die fanatiek stralende ogen te vertellen wat een zegen hij ervan ontvangen heeft, toen hij hoorde dat Jezus terug zou komen, niet alleen als Rechter om de levenden en de doden te oordelen, maar dat Hij in de eerste plaats terug zou komen om Zijn gemeente, Zijn Bruid, tot Zich te nemen.
Diabolos’ gezicht verstrakt helemaal.
‘Weet je’, vertelt de man, ‘vroeger verlangde ik er helmaal niet naar dat Jezus terug zou komen, integendeel! Eerlijk gezegd was ik er doodsbenauwd voor! Maar ik had dan ook nooit anders gehoord dan dat Hij als Rechter zou komen. Daar kwam bij dat ik in het boek van de Openbaring gelezen had van de ontzettende dingen die er in die tijd gaan gebeuren: van de vreselijke rampen en oorlogen. Ik zal jullie er even iets van voorlezen, dan begrijp je wat ik bedoel’.
Diabolos had moeite om niet te gillen. Daar gaat me dat stuk misbaksel warempel ook nog voorlezen uit dat ellendige Boek! Ik vind het al erg genoeg als ze met elkaar over die dingen beginnen te zemelen - maar als ze uit dat verwenste Boek beginnen voor te lezen, krijg ik een gevoel alsof er een zwaard door me heengaat!
‘Ik zal jullie voorlezen uit Openbaring 6. Daar staat dit: ... en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde ... En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; en zij zeiden tot de bergen een tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?’
‘Weet je’, vervolgde de man, ‘ik werd er helemaal koud van. En ik vroeg me af hoe ik zoiets zou kunnen doorstaan zonder mijn geloof te verliezen. Ik durfde ook haast niet verder te lezen, maar aan de andere kant kon ik het ook niet laten. Mijn haar ging recht overeind staan, bij wijze van spreken dan, toen ik in hoofdstuk 16 las: ... ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. Brr, ik rilde al bij de gedachte toen ik verder las wat er allemaal gaat gebeuren. Nee, dan ging ik duizend maal liever vóór die tijd maar dood! Het enige wat me nog een beetje moed gaf, was de gedachte dat het nog wel heel lang op zich zou laten wachten. Dan zou ik er toch ook niet meer bij zijn.
Verlangen naar de wederkomst van Christus? Nee, dat was er echt niet bij! Maar toen kwam er een grote dag in mijn leven die ik nooit vergeten zal. Er kwam iemand bij ons op bezoek en die begon er over te praten. Mijn eerste reactie was: Weet je nou niets beters dan dat? Maar hij deed zo enthousiast, dat ik wel luisteren moest! En hij liet uit de Bijbel zien dat Jezus voor ons, Zijn kinderen, niet terugkomt als de strenge Rechter, maar als de liefdevolle Bruidegom om ons als Zijn Bruid tot Zich te nemen in heerlijkheid.’
Diabolos gaat recht overeind zitten. Wie kan dat nu weer geweest zijn? Laat ik die niet in mijn klauwen krijgen.
‘In het begin’, gaat de man verder, ‘snapte ik er helemaal niets van. Het was allemaal zo nieuw en het was alsof die bezoeker uit een heel andere wereld praatte. Ik wist gewoon niet waar hij het over had. Maar toch begon er een verlangen in me wakker te worden ...’
Diabolos schuift onrustig heen en weer. Daar heb je het gezanik al! Weer een die is gaan verlangen naar de komst van die Aartsvijand van me! Straks is het einde zoek!
‘Weet je’, ging de stem verder, ‘die bezoeker wees me erop hoe Paulus in 1 Thessalonicenzen 1 schrijft dat die bewoners van Thessalonica zich van de afgoden bekeerd hadden ... om de levende en waarachtige God te dienen, en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten ... En dan staat er ook bij: ... die ons verlost van de komende toorn. Hè, wat een opluchting was dat. Het was juist voor die komende toorn dat ik zo bang was geweest. Maar als Jezus van die komende toorn verloste, hoefde ik er niet bang voor te zijn. Alleen snapte ik nog niet hoe dat gebeuren moest.
Onze gast legde het me verder uit: ‘Voordat Gods toorn over de wereld wordt uitgegoten, haalt Jezus ons eerst uit de wereld weg. Hij heeft in Johannes 14 gezegd: In het huis mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt, waar Ik ben.’
Dat had ik allemaal wel eerder gelezen, maar nooit goed begrepen.
‘Maar hoe zal Jezus ons dan weghalen voordat het oordeel over de wereld wordt uitgegoten?’, vroeg ik.
‘Nu, dat staat in 1 Thessalonicenzen 4, was het antwoord. En met zo’n blijdschap op zijn gezicht las hij de volgende woorden van Paulus aan me voor: ... de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.’
Ja, dat had ik ook wel eens eerder gelezen, maar zonder er raad mee te weten - het leek zo vreemd. Onze gast echter scheen er enorm enthousiast over. Het staat er zo duidelijk, zei hij. ‘Gek toch dat de mensen er zo lang overheen gelezen hebben! Als de Heer terugkomt, komt Hij niet dadelijk op de aarde, maar zoals daar staat: in de lucht. Wij worden dan opgenomen en gaan Hem daar, in de lucht, tegemoet. Daarom spreken we van de opname van de gemeente.’
Ik vond het nog helemaal niet zo duidelijk. Hoe kun je nu zo maar iemand in de lucht tegemoet gaan - dat leek me toch wel erg vreemd. Maar voor onze gast scheen dat helemaal geen probleem - hij wist overal wel een verklaring voor. ‘Ja natuurlijk’, zei hij, ‘zouden we dat niet zo maar in onze tegenwoordige toestand kunnen doen, maar in 1 Corinthiërs 15 legt Paulus uit, hoe het wel kan. Onze lichamen worden veranderd. Paulus zegt het zo: Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
Zie je wel, zei hij, zo eenvoudig als wat!’ Nu, ik zag het nog niet zo, maar ergens begon er toch wel iets bij me te schemeren. En zijn enthousiasme sleepte me mee.
Diabolos heeft moeite, om de man niet toe te brullen zijn mond te houden en niet langer zulke nonsens uit te kramen. Maar hij zou zichzelf er alleen maar mee verraden.
De stem in de cabine gaat verder: ‘Nu, ik moest het eerst allemaal eens rustig verwerken - het was allemaal zo nieuw voor me. Ik noteerde de Bijbelteksten die onze gast voorgelezen had en toen hij weg was, ging ik alles eens voor mezelf nalezen. Ik kwam er nog niet dadelijk uit en mijn vriend moest nog wel een keertje terugkomen, eer ik alles op een rijtje had. Maar toen begon die machtige boodschap van Jezus’ wederkomst voor me te dagen. Ik tuimelde van de ene verbazing in de andere ...’.
‘Wat u daar zegt’, klinkt er nu een andere stem uit de cabine, ‘lijkt echt wel op de Bijbel gebaseerd, maar toch snap ik iets niet. Het lijkt net alsof er twee totaal verschillende lezingen zijn over de wederkomst van Christus: de ene in Mattheüs 24 en de andere in Mattheüs 25. Aan de ene kant is er wat u zegt, dat Christus verschijnt in de lucht en Hij Zijn uitverkorenen bijeen vergadert, zoals u gelezen hebt in 1 Thessalonicenzen 4. Aan de andere kant lees ik in Mattheüs 25 dat Jezus op aarde komt, op Zijn troon zal zitten, dat de mensen voor Hem vergaderd zullen worden en dat Hij dan pas de schapen van de bokken scheidt. Dus dat er dan pas uitgemaakt wordt, wie er naar de hemel en wie er naar de hel gaat. Ik kan deze twee dingen absoluut niet met elkaar rijmen! Ze hebben het weleens over de twee Jesaja’s, maar ik zou bijna gaan denken dat we hier met twee Mattheüssen te maken hebben. Het zijn twee zo totaal verschillende lezingen, die in hoofdstuk 24 en in hoofdstuk 25!’
‘Ja, dat snap ik heel best’, klinkt de eerste stem weer, ‘dat was nu net precies hetzelfde probleem, waar ik zelf ook mee kwam te zitten toen ik rustig alles voor mezelf ging nalezen. Ik heb onze gast toen maar gauw opgebeld en gevraagd of hij zo gauw mogelijk terug wilde komen omdat hij me helemaal van mijn stuk had gebracht en ik er totaal niet meer uitkwam. Hij stond toen al heel gauw op de stoep. We gingen er weer bij zitten, de Bijbel erbij en hij heeft me alles haarfijn uit de doeken gedaan. En wil je wel geloven, ik kon mijn blijdschap gewoon niet op. Het is zo iets machtigs dat we niet met angst hoeven uit te zien naar de komst van de Rechter, maar dat we met verlangen mogen uitzien naar de komst van de Bruidegom! Toen ben ik gaan begrijpen waarom die eerste christenen zo verlangden naar de wederkomst van de Heer. Bij mijzelf kwam er ook een heel nieuwe glans over mijn leven. Mijn kijk op de Bijbel werd ook volkomen anders. En nu kan ik er gewoon mijn mond niet over houden - ik moet het aan anderen vertellen, waar ik maar de kans krijg. Ik zal u dat van Mattheüs 24 en 25 wel even uitleggen ...’
Zo, gromt Diabolos in zichzelf, aan anderen vertellen waar je maar de kans krijgt. Maar ik ben er ook nog! Daar zal ik wel een stokje voor weten te steken. Ik me maar uitsloven om de komst van die Aartsvijand zo saai en onaantrekkelijk mogelijk voor te stellen, opdat de mensen er zo weinig mogelijk aandacht aan zullen besteden en zo’n geniepig wanproduct zal al mijn werk zomaar weer kapot maken. Dat zal hem niet glad zitten. Als de mensen zich voor deze dwaasheden gaan interesseren, dan zouden ze in de verzoeking kunnen komen die ellendige Bijbel er verder op na te snuffelen. En waar kom je dan terecht? Dat zou op een ware epidemie kunnen uitlopen! Dan is het einde helemaal zoek! Er moet iets tegen gedaan worden - en gauw! Maar wat? Het staat er allemaal zo duidelijk in dat verwenste Boek - ik kan het onmogelijk tegenspreken. Diabolos staart peinzend voor zich uit. Ik moet er iets op vinden en ik zál er iets op vinden ...’
- - - - -
We gaan ditmaal de volgende 5 punten bespreken:
- Verwachten we de Rechter of de Bruidegom?
- Hoe rijmen we Mattheüs 24 met Mattheüs 25?
- Wat speelt zich af als Christus weerkomt?
- Geschapen voor liefdesgemeenschap met Hem.
- Het hoogtepunt van de Bijbel: een Bruiloft!
- - - - -
1. Verwachten we de Rechter of de Bruidegom?
Een schip voer op een stralende dag de haven van Kaapstad binnen. Op de kade stond het zwart van wachtende mensen en aan boord hingen de passagiers over de reling om zo gauw mogelijk familie en bekenden aan land te kunnen herkennen.
Onder de passagiers die naar de kade tuurden, was een jonge vrouw die de volgende dag in het huwelijk zou treden. Ergens tussen die massa op de kade daarginds ...!!!
Maar waarom voer dat schip zo akelig langzaam?
Onder de mensen aan dek was ook een man die niet over de reling hing – hij stond, met handboeien om, tussen twee rechercheurs. Hij vond helemaal niet dat het schip zo akelig langzaam voer. Wat hem betrof, mocht het best nog even duren!
Twee mensen, op dezelfde dag, op hetzelfde schip en die dezelfde haven binnenvoeren ...
Wanneer we werkelijk iets begrijpen van de wederkomst van Christus, wordt het niet een kwestie van: of ... of, maar van: en ... en! Voor onszelf, persoonlijk, zullen we er de nadruk op leggen dat Hij komt om ons als Zijn Bruid tot Zich te nemen. Met het oog op de toestand in de wereld, zullen we ons erover verblijden – zoals in Psalm 96 en 98 – dat Hij komt om de wereld te richten en alles echt te zetten!
2. Hoe rijmen we Mattheüs 24 met Mattheüs 25?
Hoe zit dat toch met die twee hoofdstukken? Moeten we geloven dat de Heer Zijn uitverkorenen bijeenvergadert en dat we Hem tegemoet gaan in de lucht? Of moeten we geloven dat we op aarde blijven totdat de scheiding van schapen en bokken heeft plaatsgevonden?
Vragen ter overdenking:
Lees op dit punt aangekomen, aandachtig Mattheüs 24:30,31 en tevens Mattheüs 25:31-46.
In beide passages is er sprake van verzamelen of van verzameld worden. Hoe worden de mensen genoemd die in hoofdstuk 25:32 worden verzameld?
Zijn de schapen van hoofdstuk 25 dezelfde als de uitverkorenen van hoofdstuk 24? Waarom wel of waarom niet?
In Mattheüs 25:32-46 worden niet twee, maar drie groepen mensen genoemd. Welke is de derde groep?
Waar in Mattheüs 25:32-46 staat er dat de schapen naar de hemel gaan?
3. Wat speelt er zich af als Christus weerkomt?
We geven hier een overzicht van de gebeurtenissen die plaatsvinden bij Jezus’ wederkomst. Ter wille van de overzichtelijkheid maken we dit overzicht nu sterk verkort. Later vullen we nog allerlei aan.
I
Mattheüs 24:30 | ... dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel ... dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. . |
1 Thessalonicenzen 4:16 | ... de Here zelf zal op een teken ... nederdalen van de hemel ... . |
II
Mattheüs 24:31 | ... Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal ... |
1 Corinthiërs 15:52 | ... bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken ... |
1 Thessalonicenzen 4:16 | ... bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods ... |
III
1 Thessalonicenzen 4:16 | ... zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; |
1 Corinthiërs 15:52 | ... de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. |
IV
Mattheüs 24:31 | ... zijn engelen ... zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere. |
V
Mattheüs 25:31,32 | Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken ... |
4. Geschapen voor liefdesgemeenschap met Hem
We zeggen zo gemakkelijk: God is liefde, maar hier zitten lengten en breedten, hoogten en diepten in die we nog nooit hebben gepeild. Ja, God is liefde en het was in liefde dat Hij ons schiep. Hij schiep ons, om het zo te zeggen, als een voorwerp voor Zijn liefde.
Een eerste eigenschap van liefde is namelijk dat die zich wil geven. De bekendste tekst van de Bijbel zegt het ons: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij ... gegeven heeft ... Johannes 3:16.
Een tweede eigenschap van liefde is dat die beantwoord wil worden. En zo is het eerste en grootste gebod: Gij zult de Here uw God liefhebben ... Als God ons liefheeft en wij Hem, dan is die liefde dus wederkerig. En wederkerige liefde is de hoogste vorm van gemeenschap.
Als God ons schiep om ons Zijn liefde te schenken en tevens om liefde van ons terug te ontvangen, dan mogen we ook zeggen dat we geschapen zijn voor de gemeenschap met Hem.
Paulus schrijft aan de Corinthiërs: ... gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon ... 1 Corinthiërs 1:9. Deze gemeenschap met God is het enige wat de grote Godsmannen in de Bijbel met elkaar gemeen hadden. Ze verschilden zeer qua karakter, qua achtergrond, qua opleiding, qua taak. Abraham was anders dan Mozes, David and Elia, maar toch was er één factor die hen allen met elkaar verbond. Abraham woonde in een tent, David in een paleis. Mozes vervulde zijn taak te midden van het volk Israël, Elia was een man van de eenzaamheid. Maar wat hen allen met elkaar verbond, was dat zij allen een diepe gemeenschap kenden met de Heer. Henoch wandelde met God, Noach eveneens. Abraham werd een vriend van God genoemd, Mozes sprak tot God van aangezicht tot aangezicht, David was een man naar Gods hart, Elia stond voor Gods aangezicht (De Statenvertaling is hier iets letterlijker dan de NBG).
Deze gemeenschap met God was het diepste geheim van hun leven. Je zou deze kunnen vergelijken met de draad waaraan grotere en kleinere kralen zijn geregen, mooie en minder mooie, bewerkte en ruwe. En deze draad loopt door de hele Bijbel heen, van Genesis tot Openbaring.
In gesprekken met christenen valt het op dat velen met de klanken zoals: God geloven, God dienen en zelfs God liefhebben, goed bekend zijn. Maar wanneer je spreekt over de gemeenschap met de Heer, worden de blikken van de meesten onzeker. Waar zou dat aan liggen? Het is een van de allervoornaamste onderwerpen van Gods Woord.
5. Het hoogtepunt van de Bijbel: een Bruiloft!
Aan het begin van het eerste Bijbelboek, Genesis, zien we hoe God de mens schiep, zoals gezegd, voor de gemeenschap met Zichzelf. Aan het einde van het laatste Bijbelboek, de Openbaring, zien we de allervolste ontplooiing van deze liefdesgemeenschap. We zien daar een groep mensen die in dit leven tot zo’n diepe, innerlijke, intieme gemeenschap met de Heer zijn gekomen dat ze waardig worden gekeurd de Bruid, de vrouw des Lams te worden genoemd! Zo eindigt de Bijbel met de grootste bruiloft aller tijden!
Met welk een nadruk wordt die bruiloft aangekondigd! In Openbaring 19 is er sprake van:
... als een stem van een grote schare en
... als een stem van vele wateren en
... als een stem van zware donderslagen!
En wat zegt die stem?
Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard. Laten wij blij zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereed gemaakt ... Openbaring 19:6,7
En in Openbaring 21:9,10 staat:
En er kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen, die vol waren van de laatste zeven plagen, en hij sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams.
De wederkomst van Christus dient dus voor de Zijnen een bijzonder vreugdevolle verwachting te zijn. Wie niet naar Zijn komst verlangt, mag zich terdege afvragen of hij de Heer wel liefheeft! (Er kunnen natuurlijk mensen zijn die de Heer wel liefhebben, maar door gebrek aan Bijbels onderricht weinig of niets van Zijn komst afweten). Deze verwachting is een machtig iets voor ons als we behoren tot de mensen waarvan Petrus zegt: Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde ... 1 Petrus 1:8.
Een goede definitie voor liefde is niet zo gemakkelijk te vinden, of het moest deze zijn: Liefde is een drang naar gemeenschap.
Diabolos heeft aan niets en niemand zo’n afschuwelijke hekel als aan mensen die waarachtig en met heel hun hart zijn Vijand liefhebben! Voor Farizeeën en schriftgeleerden is hij nooit bang geweest. Noch voor die van de eerste, noch voor die van de twintigste eeuw. Integendeel, hij heeft die dikwijls zeer goed kunnen gebruiken. En wordt Jezus ook heden ten dage niet door zulke mensen ‘vermoord’? Althans, wanneer dit ook voor hen geldt: ... Ik ken u: gij hebt de liefde Gods niet in uzelf. Johannes 5:42.
Hebben wij die liefde wel?
- - - - -
Antwoord op: Vragen ter overdenking
In Mattheüs 24:31 worden de mensen die verzameld worden, de uitverkorenen genoemd.
In Mattheüs 25:32 worden de mensen die verzameld worden, de volken genoemd.
De schapen van hoofdstuk 25 zijn niet dezelfde als de uitverkorenen van hoofdstuk 24. Want als de scheiding van schapen en bokken plaatsvindt, dan zijn de uitverkorenen al in een verheerlijkt lichaam bij de Heer – ze zijn Hem tegemoet gegaan.
De derde groep in Mattheüs 25 wordt door de Heer mijn broeders genoemd. Deze zijn dezelfden als de uitverkorenen.
Er staat nergens in Mattheüs 25, dat de schapen naar de hemel gaan! Zij beërven het Koninkrijk en dat is het Vrederijk hier op aarde. Kortweg, de schapen hebben niets te maken met de gemeente van Christus – het zijn mensen uit de volkeren die achtergebleven zijn als Christus Zijn gemeente heeft weggehaald. Het zijn de volken die in Openbaring 21:24 wandelen in het licht van de Stad (de gemeente). Later komen we hier weer op terug.
Het is een volkomen wanbegrip dat er buiten de gemeente van Christus geen ‘gezaligden’ zullen zijn, om dat zware woord te gebruiken. De Bijbel spreekt zeer veel over de volken, die na Christus’ komst tot geloof zullen komen. Later daarover meer. De gemeente van Christus zal echter een veel diepere gemeenschap met de Heer kennen en met Hem over deze volken regeren.
- - - - -
Opdracht III-1
Ga in de stilte met deze vragen:
- Verlang ik werkelijk naar de Heer?
- Verlang ik ernaar om bij Hem in de stilte te zijn?
- En verlang ik ook werkelijk naar Zijn komst en naar de volle vereniging met Hem?
En als we ons niet verheugen met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, kan dat hiermee te maken hebben?
Opdracht III-2
Welke gedachte loopt er, in bovengenoemd verband, door al de volgende teksten heen?
Lucas 12:36
1 Corinthiërs 1:7
Titus 2:13
2 Petrus 3:12,14
Openbaring 3:10
Mattheüs 24:28,50
Opdracht III-3
Ga eens na, te beginnen bij Genesis 2, hoeveel huwelijken en bruiloften u in het Oude Testament kunt vinden die min of meer voorafschaduwingen zijn van de grote bruiloft aan het einde van de Bijbel.
Opdracht III-4
Welke gevolgtrekkingen kunnen we maken uit de volgende teksten?
Mattheüs 9:15
Mattheüs 24:12
Mattheüs 25:1,5,6,10
Johannes 3:29
2 Corinthiërs 11:2,3 en Openbaring 14:4
Efeze 5:23-32
Openbaring 2:4
Opdracht III-5
Als u in Diabolos’ plaats was, welke tactiek zou u toepassen om de boodschap van Jezus’ wederkomst als Bruidegom krachteloos te maken bij mensen die enthousiast zijn over die boodschap, en dat zonder hun dit enthousiasme te ontnemen?
Het antwoord hierop ligt in het volgende Diabolos verhaal.
HOOFDSTUK 4
Het gezicht van Diabolos klaart ineens helemaal op! Bijna laat hij de stuurknuppel los om in de handen te klappen van louter plezier! Eureka, ik heb het gevonden. Natuurlijk, dat is het. Dat ik er zo lang over heb zitten suffen hoe die akelige wederkomstfanatici onschadelijk te maken! Het ligt nog wel zo voor de hand. Ik snap mezelf niet dat ik niet eerder op het idee gekomen ben. Ja, natuurlijk, ik doe precies zoals ik gedaan heb met die misselijke leer van de uitverkiezing. Inderdaad, dat is het!
Ik heb gemerkt dat als ik iets ga tegenspreken, de mensen vaak in het geweer komen. Soms gaan ze dan de zaak onderzoeken en worden ze alleen maar in hun beroerde mening gesterkt. Met die uitverkiezing heb ik het zó gedaan dat ik die juist heel sterk heb beklemtoond, veel sterker nog dan de Bijbel zelf. Maar ik heb het zo eenzijdig gedaan, dat er van de oorspronkelijke, gevaarlijke bedoeling weinig of niets meer overbleef. En wat een grandioos succes is het niet geworden! Ja, dat ga ik nu met die misselijke boodschap van de zogenaamde wederkomst ook doen!
Als mijn Vijand iemand uitverkiest, dan weet ik dat Zijn voornaamste doel niet is om die persoon te ‘redden’, zoals dat heet, maar om hem te gebruiken, of ik moet zeggen: misbruiken, voor Zijn eigen doeleinden. Het is altijd met het oog op de een of andere ergerlijke taak of opdracht. Zoiets noemen ze dan een roeping. Destijds, toen Hij die gemene overloper Abraham heeft uitverkoren, werd de kerel wel zogenaamd gered, maar dat was niet de hoofdzaak - het ging om veel meer dan dat. Daarom heeft Hij niet alleen tegen hem gezegd: Ik zal u ... zegenen, maar bovenal: ... en gij zult tot een zegen zijn ... en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Onbeschaamde gedachte! Wat heeft Hij te maken met mijn terrein hier - laat Hij Zich met Zijn eigen terrein, de hemel, bemoeien!
Gelukkig dat de mensen de boodschap van de uitverkiezing, zoals die in de Bijbel staat, niet hebben begrepen - want dan had het er voor mij bar slecht uitgezien! Ze zouden zich er immers helemaal op hebben toegelegd om anderen zogenaamd te redden, om aan heel de wereld die beroerde boodschap van het evangelie uit te bazuinen. Misschien zelfs ook nog om mij hier uit de cockpit te verwijderen! Ik moet er gewoon niet aan denken. Wat een zegen dat ik dat gevaar heb kunnen afwenden. Ja, ik heb er zo sterk de nadruk op gelegd dat ze uitverkoren werden om zelf gered te worden, dat ze daar alleen maar aandacht voor hadden en niet voor de andere, de voor mij zo gevaarlijke kant. Zo hebben ze mij helemaal geen schade berokkend - integendeel!
Wat is het toch een machtig gezicht zoveel mensen te zien rondlopen die alleen maar denken aan zichzelf en aan hun eigen zaligheid! Dat heerlijke, menselijke egoïsme is werkelijk een fantastisch fijne bondgenoot voor mij. Het maakt het zo enorm gemakkelijk om de mensen helemaal op hun eigen behoud geconcentreerd te doen zijn en heel die beroerde roeping te laten vergeten. Als ze zo heerlijk aan zichzelf en aan hun eigen belangen gebonden zijn, blijven ze immuun voor de gedachte dat er honderden miljoenen zijn die nog nooit dat verwenste evangelie gehoord hebben.
En wat leuk dat ik er altijd zoveel Bijbelteksten bij kon gebruiken. Daardoor kregen ze geen achterdocht tegen mij. Ik maar praten over ... in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld ... en iedereen ging zich er vreselijk druk over maken om te weten te komen of het ook voor jou gold. Wat hebben ze daar tot in het oneindige over doorgedaasd. Enorm fijn, ik had het me nooit beter kunnen wensen!
Natuurlijk ben ik tegelijkertijd over het verbond begonnen en heb ik daar eveneens volkomen eenzijdig de nadruk op gelegd. Ik heb beklemtoond dat dit helemaal te maken heeft met het behouden worden en naar de hemel gaan. Hele bibliotheken hebben ze erover geschreven, terwijl het grootste deel van de wereld crepeerde zonder ook maar één keer de Naam van Jezus te horen! Ja, het is machtig om door middel van Gods eigen Woord Zijn eigen mensen onbruikbaar te maken voor Hem! En dat is nu precies wat ik moet doen met die andere gevaarlijke boodschap: die van de wederkomst. Het zal ook vast wel lukken als ik het menselijke egoïsme maar voldoende weet uit te buiten - meestal levert dat weinig moeilijkheden op. Ik zal weer de hele nadruk moeten leggen op de redding, op het eigen behoud, en zoveel mogelijk die verwenste roeping moeten verdoezelen. De vraag is alleen maar: waar te beginnen? Sommigen zijn zo enthousiast geworden over de gedachte dat Jezus voor hen niet wederkomt als Rechter, maar als Bruidegom. Ik moet zien daar ergens bij aan te knopen.
Sommigen, al hebben ze het zelf niet door, zijn veel meer enthousiast over de gedachte van de wederkomst dan over de Heer Zelf! Als het hun echt om de Heer te doen was, dan zouden ze nu al veel meer tijd doorbrengen met Hem, in de stilte, alleen. Ze zeggen wel dat ze Hem liefhebben, maar heel hun gebedsleven is in volkomen tegenspraak ermee. De meesten gaat het werkelijk niet om de Heer, maar om weggehaald te worden uit ellende en beroerdigheid, om Gods gerichten te ontlopen. Hé daar, ik weet een tekst die vast enorm goed zal aanslaan: ... Jezus, die ons verlost van de komende toorn. Ja, die tekst zal het vast wel goed doen.
Nu, vanuit dat gezichtspunt is het maar één stap om de mensen wijs te maken dat die komende toorn hetzelfde is als wat mijn Aartsvijand genoemd heeft: de grote verdrukking. Verder hoef ik dan alleen maar alle nadruk te leggen op het feit dat de Bruidegom komt, dat ze Hem tegemoet gaan in de lucht en dat ze zo aan alle ellende ontsnappen.
Ik zal het zo stellen dat ze heerlijk bruiloft zullen vieren in de hemel, terwijl de mensen op aarde creperen. Inderdaad, dat is de oplossing – daar heb ik vast en zeker succes mee! De sufferds zijn er met de uitverkiezing zo heerlijk ingetrapt, ze zullen het nu vast weer doen. De enige moeilijkheid die zich ooit zou kunnen voordoen is, dat op de een of andere ongeluksdag, een of ander misbaksel gaat ontdekken dat de wederkomst niet alleen met redding, maar bovenal met roeping te maken heeft. Het zou catastrofaal zijn! In plaats van maar passief te wachten op de wederkomst, zouden ze het er dan op kunnen gaan toeleggen om mij hier uit de cockpit te krijgen! Maar gelukkig lijkt dat gevaar momenteel heel klein.
- - - - -
Redding en roeping
Als we verlangend uitzien naar de wederkomst van Christus, waarom is dat dan?
- Is het uit liefde tot onze medemensen?
- Is het omdat we ernaar verlangen dat er eindelijk eens gerechtigheid en vrede zal heersen op aarde?
- Is het uit liefde tot de Heer?
- Is het omdat wij ernaar verlangen dat Hij Zijn eigendom, Zijn Koninkrijk in bezit zal krijgen en dat Hij tevens een Bruid zal ontvangen?
- Of is het omdat we onszelf liefhebben?
- Is het omdat we uit de ellende in deze wereld verlost willen worden?
- Is het omdat we zó aan de grote verdrukking willen ontsnappen? Met andere woorden:
- Is het omdat we onze roeping steeds voor ogen houden of
- is het omdat we meer aan onze redding denken?
De boodschap van Christus’ wederkomst is maar al te dikwijls krachteloos gemaakt door hen die deze boodschap enthousiast verkondigden. Voordat we hier iets over zeggen, geven we er eerst enkele voorbeelden van hoe mensen in hun denken meer beheerst kunnen worden door de gedachte aan hun redding dan door de gedachte aan hun roeping.
We zullen spreken over:
- Abram in verband met redding en roeping
- Israël in verband met redding en roeping
- De gemeente in verband met redding en roeping
- De uitverkiezing in verband met redding en roeping
- De wederkomst in verband met redding en roeping
Daarna kunnen we het hebben over:
- - - - -
1. Abram in verband met redding en roeping
Toen God Abram uit Ur der Chaldeeën leidde, heeft Hij hem een verbijsterend grote roeping gegeven. Hij heeft tegen hem gezegd: ... met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Genesis 12:3. Dat Abram uit het heidendom werd gehaald (Jozua 24:2b,3) en de enig ware God vond, betekende natuurlijk zijn geestelijke redding. Daar wordt echter betrekkelijk weinig over gezegd. In Abrams leven kwam de nadruk te liggen op de grote roeping waarmee God hem geroepen had.
Abram, later Abraham, heeft door de jaren heen ontzaglijk veel geleerd, maar in het begin had hij nog maar heel weinig besef van zijn grote roeping. Toen er in Kanaän hongersnood uitbrak, dacht hij blijkbaar alleen aan zijn redding uit deze nood. Hij verliet de plaats die God hem gewezen had en trok naar Egypte. Onderweg zei Abram tegen Saraï: Zeg toch, dat gij mijn zuster zijt, opdat het mij om uwentwil welga, en ik om uwentwil in het leven moge blijven. Genesis 12:13. Is het niet tragisch dat de man aan wie God zulke enorme beloften had gegeven en met wie God zo’n groot plan had ten bate van de hele mensheid, ja, dat die man op een gegeven ogenblik alleen aan zijn eigen leven dacht, aan zijn redding dus, en dat hij de grote door God gegeven roeping volkomen uit het oog verloren scheen te hebben? Hij dacht alleen aan zichzelf en alle geslachten des aardbodems waren volkomen vergeten. Het gevolg ervan was dan ook dat hij zichzelf in de diepste narigheid werkte en niet alleen zichzelf! De man tegen wie God had gezegd: ... gij zult tot een zegen zijn, sleepte vele anderen mee in de narigheid en werd een vloek voor zijn omgeving. Gelukkig werd dit later in zijn leven anders toen hij minder bezig was met zijn eigen redding en meer oog kreeg voor de grote, Goddelijke roeping.
2. Israël in verband met redding en roeping
In Exodus 1 zien we hoe het volk Israël in een gruwelijke slavernij geraakt. Nu zou bij ons de vraag kunnen opkomen: hoe was dat mogelijk? Zij waren toch Gods volk! Zij waren toch afstammelingen van Abraham, van wie ze al de beloften erfden! Zij waren toch verbondskinderen! Zij waren ook gelovig, ten dele tenminste - denk maar aan de ouders van Mozes. En had God ook niet een machtig groot plan met hen als volk: het plan dat Hij aan Abraham, Izaäk en Jakob had geopenbaard?
Er is één antwoord op deze vraag. Zij hadden het erg goed gehad in Gosen, ze hadden geleefd in een tijd van hoogconjunctuur, zij hadden alleen aan zichzelf en hun eigen voorspoed gedacht en waren zodoende hun hele roeping als volk vergeten, hun roeping tegenover alle geslachten des aardbodems. Als Mozes, door God gezonden, hun de boodschap van bevrijding brengt, nemen ze die grif aan. Zie Exodus 4:29-31. Maar als de farao daarop de druk verzwaart, gaan ze onmiddellijk weer overstag en ze willen niet meer naar Gods boodschap door Mozes luisteren. Alles draaide alleen om henzelf - toen ze het extra moeilijk kregen, dachten ze alleen aan zichzelf. Aan alle geslachten des aardbodems dachten ze geen moment! Het ging weer alleen om hun redding en niet om de roeping.
Tijdens de woestijnreis was het precies zo. Bij elke nieuwe moeilijkheid die zich voordeed, water- en voedselschaarste, dachten ze alleen aan hun eigen bestaan. Steeds weer dachten ze terug aan Egypte, nergens merk je iets van een verlangen om door te gaan naar Kanaän om daar aan hun roeping te beantwoorden. Alleen hun redding was voor hen belangrijk. En zoals altijd werden ze er niet beter van door aan zichzelf te denken. Integendeel, die hele generatie van boven de twintig jaar komt om in de woestijn. Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat ... Johannes 12:25.
De jonge generatie bracht het er in zoverre beter vanaf dat men wel doorstootte naar Kanaän en het land veroverde - althans een deel ervan. Maar ook daar trad verslapping op. In Jozua lezen we van de grote overwinningen die de Heer gaf - maar in hetzelfde boek begin je tevens iets van de verslapping te zien en in Richteren gaat het helemaal mis. De grote roeping was weer uit het oog verloren.
In de verdere geschiedenis waren er wel goede tijden en zelfs wel hoogtepunten, maar telkens weer trad daarna een verslapping op. Dit liep voor het 10-stammen-rijk uit op de Assyrische ballingschap en voor Juda op de Babylonische ballingschap. Is het niet merkwaardig dat mensen nooit schijnen te leren dat het alleen maar zoeken van de eigen redding, het eigen belang, altijd uitloopt op een catastrofe, en dat het ware geluk alleen daar wordt gevonden waar men gehoor geeft aan de Goddelijke roeping?!
3. De gemeente in verband met redding en roeping
Als gemeente van Christus hebben wij veel minder excuus dan Israël, wanneer we meer bezig zijn met onszelf en onze eigen redding dan met de Goddelijke roeping. Want in het Nieuwe Testament wordt de aandacht veel meer gevestigd op die roeping dan in het Oude Testament. Gedurende de laatste tweeduizend jaar zijn er goede tijden geweest, evenals voordien bij Israël, maar wat heeft de christenheid ook niet dikwijls de grote roeping van de Heer vergeten. En wat zijn daar niet talloze tragedies uit voortgekomen.
In de tijd van de Handelingen der Apostelen ging het evangelie als een prairievuur door de wereld. Maar in sommige van de brieven aan de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3 constateren we al een begin van verslapping. Er waren gemeenten die de grote roeping uit het oog verloren hadden.
Onder de druk van de Romeinse vervolgingen in de eerste twee eeuwen is er veel goeds gebeurd, maar zodra de vervolging in de tijd van Constantijn ophield, ging het mis. En zo kunnen we verder gaan - de eeuwen door. Maar hoe staan de zaken in onze tegenwoordige tijd? De mensen van ‘och, mocht het mij nog eens komen staan te gebeuren ...’, zijn natuurlijk een extreem voorbeeld. De meeste mensen zullen niet in zulke uitersten vervallen, maar in diepste wezen vindt men deze houding overal. Uiteraard de goeden niet te na gesproken. Daarom is er zo weinig zeggingskracht.
We hebben weleens op de een of andere Bijbelbespreking de vraag gesteld: Welk boek moet je lezen om te weten wat christenen geloven? Prompt kwam dan het antwoord: De Bijbel. Ons antwoord daarentegen was: Helemaal niet. Als je wilt weten wat christenen geloven, moet je de gezangenbundels lezen.
???
Nu, vergelijk dan eens het aantal liederen over de redding met het aantal over onze roeping. Goddank, er zijn wel aanbiddingsliederen en zendingsliederen, maar het is toch opvallend hoe in verreweg het meeste van wat wij zingen, de mens zelf in het middelpunt staat. Maar over onze roeping ...
In de catechismus staan erg mooie dingen - er staat zeer veel in over onze redding en dat is ook echt nodig. Maar waar valt het accent op onze roeping?? En hoe is het met de prediking? Redding of roeping, waar hoor je het meeste over? Zijn de populairste predikers niet zij die appelleren aan het menselijk egoïsme? Zeker zijn er wel gemeenten waar een grote activiteit ten toon wordt gespreid. En uiteraard zijn we blij met alles wat bijdraagt tot uitbreiding van het Koninkrijk Gods.
Toch is het wel goed dat we onszelf de vraag stellen: Is deze activiteit door God ingegeven? Gaat deze activiteit wel in de richting van de Goddelijke roeping?
4. De uitverkiezing in verband met redding en roeping
Vroeger, of gebeurt dat nog weleens, werd soms de vraag gesteld: Gelooft u in de uitverkiezing? Maar wat werd met deze vraag bedoeld? Een uitverkiezing tot een bepaalde roeping? Of een uitverkiezing om gered te worden? In alle gevallen, zonder uitzondering, werd dit laatste bedoeld! Merkwaardig, nietwaar?
Voor miljoenen mensen zou heel de uitverkiezing nooit zo’n probleem zijn geweest, als ze maar ingezien hadden dat die veel meer te maken heeft met roeping dan met redding. Neem bijvoorbeeld die bekende tekst: ... in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld ... Ja, dat staat er. Maar waartoe uitverkoren? Er staat niet om te worden gered. Er staat: ... opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn ... Efeze 1:4. En nu we het toch over deze passage hebben, laten we dan ook vers 5 eens bekijken. Het is opvallend hoe vertalers, waarschijnlijk onbewust, hun eigen visie – of gebrek aan visie – in een vertaling verdisconteren. In de Statenvertaling is deze tekst als volgt weergegeven: Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen .... Deze vertaling is zonder meer een ramp geweest. In de grondtekst staat het er absoluut niet zo. Iedereen die een beetje Grieks kent, kan nagaan wat er wél staat. De NBG is hier beter dan de Statenvertaling, maar nog lang niet volmaakt. Daarin staat: In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen ... In de grondtekst staat er letterlijk: ... ons voorbestemd tot zoonstelling ... (Grieks:proörisas hemas eis huithesis)
Dit woord zoonstelling (huiothesia??heeft te maken met een oud Grieks gebruik. Als in een welgestelde familie een jongetje werd geboren, dan werd hij voor zijn opvoeding toevertrouwd aan een slaaf - zie Galaten 4:1,2. Dat jongetje werd ook nooit door zijn vader zoon genoemd, alleen maar kind. Maar als het opgegroeid was, tot bijvoorbeeld twaalfjarige leeftijd, dan werd een soort meerderjarigheidsfeest belegd en werd het kind, in tegenwoordigheid van een advocaat, officieel door de vader als zoon aangesteld. Het woord ‘aangenomen’ komt hier in de grondtekst helemaal niet voor. Bij dit woord denk je aan de adoptie van een vreemd kind - en daarvan is er in deze passage helemaal geen sprake. (Wij worden trouwens als kinderen van God niet aangenomen, maar geboren!)
Vele teksten in het Nieuwe Testament krijgen dan ook een veel duidelijker betekenis als men zich bewust is dat het woord zoon veelal de betekenis heeft van opgegroeid of gerijpt kind.
De predestinatie, tevoren ertoe bestemd, heeft hier niet te maken met ‘het kind van God worden’ maar met een geestelijke rijpheid. Precies zoals het uitverkoren zijn in Efeze 1:4 niet te maken heeft met de geestelijke geboorte, maar met het heilig en onberispelijk zijn, dus ook met geestelijke groei en zoonschap. De uitdrukking tevoren bestemd komt maar twee keer voor in de Efezebrief. De tweede keer is in Efeze 1:11 en daar houdt die predestinatie verband met een erfenis, het erfdeel.
Dit thema van het zoonschap speelt een grote rol in het Nieuwe Testament, ook in verband met de wederkomst van Christus en onze roeping. Daarom zijn we erop ingegaan. Later meer hierover.
5. De wederkomst in verband met redding en roeping
Iemand schreef eens in een bepaald christelijk tijdschrift een hele serie artikelen over het grote plan van God en onze machtige roeping in verband met de wederkomst van Christus. Er kwamen erg weinig reacties op en in het algemeen leek het of de interesse voor dit onderwerp niet groot was. Een reactie die wel kwam was: we lezen het niet meer, we vinden het te moeilijk. En dit ondanks het feit dat de schrijver zich tot en met uitgesloofd had om alles zo eenvoudig mogelijk te zeggen. Toen deze echter eens naar voren bracht hoe hij was gaan inzien dat de gemeente door de grote verdrukking zou gaan, was er plotseling een enorme belangstelling! Sommigen waren het ermee eens, maar van een andere kant barstte er een storm van protesten los. Het werd een complete rel! Dit alles gaf veel te denken. We laten voor het moment helemaal in het midden of de gemeente al dan niet door de grote verdrukking zal gaan - een onderwerp waarover de meningen zeer verdeeld zijn. Waar we het wél over willen hebben, is dit: Is het dan zo dat gelovige mensen, zelfs uit de meest positieve kringen, weinig interesse hebben voor het grote plan van de Heer, en ook voor hun hemelse roeping - dus voor dat wat geestelijk is? En komen ze alleen maar in beweging als het gaat om iets wat hun ‘vlees’ raakt? Gelukkig is het niet altijd zo, maar in veel gevallen wel. En is dit niet het gevolg van het feit dat de boodschap van de wederkomst - net als die van de uitverkiezing - veel vaker gebracht wordt in het licht van de redding dan die van de roeping? (Met redding bedoelen we hier niet slechts de redding voor de eeuwigheid, maar de redding uit lijden en nood).
Wat zijn, in kringen waar de boodschap van Jezus’ wederkomst voor Zijn Bruid wordt verkondigd, de meest gebruikte teksten? Misschien is de allermeest gebruikte wel: ... daarna zullen wij ... op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht .... 1 Thessalonicenzen 4:17. Dit is inderdaad een machtig mooie tekst en we zouden die niet graag in de Bijbel willen missen. Waarom echter is hij zo populair? Als het is omdat men er hartstochtelijk naar verlangt aan de grote roeping te voldoen en Bruid te zijn voor de Grote Koning, dan is het goed. Maar dan zal men er ook ernst mee maken om te beantwoorden aan andere aspecten van onze roeping. Dan zal een andere tekst die over roeping gaat - uit dezelfde brief - eveneens aanslaan, bijvoorbeeld een tekst als deze: ... blijven wandelen, Gode waardig, die u roept tot zijn eigen Koninkrijk en heerlijkheid. 1 Thessalonicenzen 2:12. Laten we eerlijk zijn, als er tien keer gesproken wordt over de Here tegemoet gaan in de lucht, wordt er dan één enkele keer gesproken over de roeping: ... tot zijn eigen Koninkrijk en heerlijkheid? Dus over onze taak in het komende Rijk?
Als iemand het wel getroffen heeft dat over dit laatste wordt gesproken, dan van harte gefeliciteerd.
De roeping van de gemeente is tweeledig waar het de tijd betreft. Zij heeft een taak nu, in deze tijd, zij het op de toekomst gericht. En zij krijgt een taak in de toekomende eeuw, na de wederkomst van Christus.
In hoofdstuk 3 noemden we de liefdesgemeenschap met de Heer. Maar als we iemand liefhebben, interesseren we ons ook voor wat hij doet. Als we zeggen de Heer lief te hebben en we stellen weinig belang in Zijn grote plan, dan klopt er iets niet. En als we zeggen belangstelling te hebben voor wat de Heer doet en we werken er toch niet aan mee, dan klopt er weer iets niet. Als we wel meewerken met de Heer, dan ontdekken we al heel gauw dat er een geestelijke strijd bij gevoerd moet worden. En dat werk en die strijd gaan gepaard met iets van de gemeenschap aan zijn lijden. Maar dat is opdat we ook kunnen delen in Zijn verheerlijking - het is allemaal een voorbereiding voor de gemeenschap met Hem in Zijn troon (Statenvertaling: Openbaring 3:21)
Zo kunnen we spreken van:
- liefdesgemeenschap
- belangengemeenschap
- werkgemeenschap
- strijdgemeenschap
- lijdensgemeenschap
- troongemeenschap
De punten 1-5 hebben te maken met onze tegenwoordige roeping. Punt 6 heeft maken met onze toekomstige roeping, waarover later meer.
Opdracht IV- 1
De roeping van de gemeente
De roeping van de gemeente is veelzijdig. Schrijf eens op welke tegenwoordige of toekomstige roeping van de gemeente in elk van de volgende verzen wordt genoemd. Bijvoorbeeld als volgt:
Roeping:
Mattheüs 28:19 | - Alle volken tot discipelen maken |
Johannes 4:23 | - Aanbidders van de Vader zijn |
Handelingen 1:8 | - |
2 Corinthiërs 11:2 | - |
Efeze 1:12 | - |
Efeze 2:7 | - |
2 Thessalonicenzen 3:1 | - |
1 Timotheüs 2:1,2 | - |
2 Petrus 3:11,12 | - |
Romeinen 8:19 | - |
Romeinen 16:20 | - |
1 Corinthiërs 1:9 | - |
1 Corinthiërs 6:2.3 | - |
Efeze 3:10 | - |
Efeze 4:11-13 | - |
Efeze 6:12 | - |
1 Thessalonicenzen 1:9 | - |
1 Thessalonicenzen 2:12 | - |
Openbaring 2:26,27 | - |
Openbaring 3:21 | - |
Openbaring 12:11 | - |
Openbaring 21:24 | - |
Openbaring 22:5 | - |
Opdracht IV- 2
Roeping (Grieks: klèsis)
Hier volgen de belangrijkste teksten uit het Nieuwe Testament waarin het woord roeping zelf voorkomt:
1 Corinthiërs 1:26
Efeze 1:18
Efeze 4:1,4
Filippenzen 3:14
2 Thessalonicenzen 1:11
2 Timotheüs 1:9
Hebreeën 3:1
2 Petrus 1:10
Maak bij elk van deze teksten een korte aantekening over wat elk ervan over onze roeping zegt.
Roepen (Grieks:?kaleo??
Voor hen die meer werk willen, geven we hier en rij teksten waarin het werkwoord: roepen voorkomt:
Romeinen 8:30
1 Corinthiërs 1:9
1 Corinthiërs 7:15
Galaten 5:13
Efeze 4:1,4
Colossenzen 3:15
1 Thessalonicenzen 2:12
1 Thessalonicenzen 4:7
1 Thessalonicenzen 5:24
2 Thessalonicenzen 2:14
1 Timotheüs 6:12
2 Timotheüs 1:9
Hebreeën 9:15
1 Petrus 1:15
1 Petrus 2:9,21
1 Petrus 3:9
2 Petrus 1:3
Openbaring 17:14
Opdracht IV- 3
Kind en zoon
In de volgende teksten staat in de NBG vertaling het woord kind, terwijl er in de grondtekst zoon staat. We bevelen aan om in de studiebijbel bij elk van deze teksten in de kantlijn bijvoorbeeld een ‘z’ te zetten voor zoon. Ga dan na, in elk van deze teksten, waarom het woord zoon meer op zijn plaats is dan het woord kind.
Mattheüs 5:9,45
Mattheüs 23:15
Lucas 20:36 (2x)
Johannes 12:36
1 Thessalonicenzen 5:5 (2x)
In de volgende teksten is het Griekse woord huios??zoon) wel goed vertaald. Ga eens na waarom ook hier het woord kind niet op zijn plaats zou zijn.
Romeinen 8:14,19
Hebreeën 2:10
Openbaring 21:7
Opdracht IV- 4
De Parousia
Er zijn in het Nieuwe Testament drie belangrijke woorden die gebruikt worden voor de wederkomst van Christus.
Het eerste is Parousia en betekent aankomst of aanwezigheid.
We geven alle teksten waarin het woord Parousia slaat op de wederkomst van Christus:
Mattheüs 24:3,27,37,39
1 Corinthiërs 15:23
1 Thessalonicenzen 2:19
1 Thessalonicenzen 3:13
1 Thessalonicenzen 4:15
1 Thessalonicenzen 5:23
2 Thessalonicenzen 2:1,8
Jacobus 5:7,8
2 Petrus 1:16
2 Petrus 3:4,12
1 Johannes 2:28
Het is bijzonder handig deze teksten bij de hand te hebben wanneer we het onderwerp: De wederkomst van Christus bestuderen. We raden daarom aan ze alle te noteren en in een speciale map te bewaren. Bijvoorbeeld op de volgende manier:
Parousia
Mattheüs 24:3 | Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons ... wat is het teken van uw komst ...? |
Mattheüs 24:27 | Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. |