Bijbelstudies
- Maar eerst de kaper uit de cockp...
- Bruggenhoofd
- Blijdschap kwijt
- Kijk met Kerstmis verder dan de ...
- Het leven van Abraham
- Het huis van God
- De Tabernakel - De gemeenschap m...
- Openbaringen uit de Openbaring...
- ADVENT
- REVOLTE - Een studie over 1 Samu...
- 10 Redenen waarom wij bidden...
- De tijdperken en gebeurtenissen ...
- Een koningin gezocht
- 10 Redenen waarom God mens werd...
- Een allernieuwst testament...
- De betekenis van kerstmis...
- Het Wonder Van Het Pinkstergebeu...
- Het Wonder Van Het Pinkstergebeu...
- Verkondigt alle landen
- Leven uit de rechtvaardigmaking...
- Leviticus
- Een vreemd antwoord
- Is dat nu een God van liefde...
- MATTHEUS
- JOHANNES 3:16
- De feesten des HEREN
- Goddelijke geheimen uit Galaten...
- De gouden keten
- Getuige worden van Zijn opstandi...
- Pasen - en dan
- Hij is het
- Consequenties van het grote kers...
- Flakkerende kaarsjes of een vlam...
- KERSTFEEST - maar nu eens een ke...
- Is het geen waanzin om te zingen...
- Kerstfeest: Oorlogfeest! (1968)...
- ADVENT - In het licht van het ni...
- Voor die engelen was het maar ge...
- ADVENT - En het geheim van een a...
- Opwekkingen in de bijbel Hizkia...
- Ezra - opwekkingen in de bijbel...
- Hemelvaart - Het machtige feest ...
- Pinksteren en de gemeenschap van...
- Pinksteren en de gemeenschap van...
- Redding of Roeping
- Hemelvaart - De grootste der chr...
- Hemelvaart - Christus leeft in m...
- Hemelvaart - Een mens op Gods Tr...
- Hemelvaart - De verheerlijkte He...
- De Beker
- De Tabernakel
- De toekomst begint vandaag!...
- Judas en ik...
- Mozes, een teleurgesteld man...
- Kerstfeest en onze frustraties!...
- Het geloof van Herodes!...
Bijbelstudie: Redding of Roeping
REDDING OF ROEPING - Waar ligt bij ons de nadruk?
Het is niet de eerste keer dat we, binnen het raam van onze bijbelstudies, proberen wat meer licht te laten vallen op die begrippen in de Bijbel, waarop God zo bijzonder de nadruk legt en die bij ons gaandeweg een mindere plaats zijn gaan innemen...zo ook nu!
Gebruik makend van het feit dat we staan voor de viering van de allergrootste feestdagen, die we als christenen kennen, en wel:
Hemelvaartsdag - de kroning van de enige rechtmatige Vorst in de hemel en
Pinksteren - de kroning van de Vorst van hemel en aarde in de harten van de
Zijnen, met op de achtergrond van ons denken:
De komende machtsovername,
willen we het zoeklicht van Gods Woord eens laten schijnen op de woorden redding en roeping en ons afvragen: Waar ligt bij ons de nadruk en valt er hier misschien iets recht te trekken?
Bijna onwillekeurig gaat onze aandacht heel dikwijls uit naar datgene, waarbij we kans zien ons eigen 'ik' in het middelpunt te plaatsen en alles daaromheen te groeperen. We willen het daarom graag hebben over de volgende punten en onszelf eraan toetsen.
- Abram in verband met redding en roeping.
- Israël in verband met redding en roeping.
- De christenheid in verband met redding en roeping.
- De uitverkiezing in verband met redding en roeping.
- De wederkomst in verband met redding en roeping.
A. Abram in verband met redding en roeping.
Toen God Abram uit Ur der Chaldeeën bracht, heeft Hij hem een verbijsterend grote roeping gegeven. Hij heeft tegen hem gezegd:
Met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden, Genesis 12:3.
Dat Abram uit het heidendom werd gehaald, Jozua 24:3 en de enige ware God vond, betekende natuurlijk zijn geestelijke redding. Dáár wordt echter betrekkelijk weinig over gezegd. In Abrams leven kwam de nadruk te liggen op de grote roeping, waarmee God hem geroepen had.
Abram, later Abraham, heeft door de jaren heen ontzaglijk veel geleerd, maar in het begin had hij nog maar heel weinig besef van zijn grote roeping. Toen er in Kanaän hongersnood uitbrak, dacht hij blijkbaar alleen maar aan zijn redding uit deze nood. Hij verliet de plaats die God hem gewezen had en vertrok naar Egypte. Onderweg zei Abram tegen Saraï:
Zeg toch, dat gij mijn zuster zijt, opdat het mij om uwentwil welga en ik om uwentwil in het leven moge blijven, Genesis 12:13.
Is het niet tragisch, dat de man aan wie God zulke enorme beloften had gegeven, en met wie God zo'n groot plan had ten bate van de hele mensheid, ja, dat die man op een gegeven ogenblik alleen aan zijn eigen leven dacht, aan zijn redding dus en dat hij de grote - door God gegeven roeping - volkomen uit het oog verloren scheen te hebben?
Hij dacht alleen aan zichzelf en alle geslachten des aardbodems waren volkomen vergeten!
Het gevolg ervan was dan ook, dat hij zichzelf in de diepste narigheid werkte, en niet alleen zichzelf!
De man, tegen wie God had gezegd: gij zult tot een zegen zijn, sleepte veel anderen mee in de narigheid en werd een vloek voor zijn omgeving. Gelukkig werd dit later in zijn leven, toen hij minder bezig was met zijn eigen redding en meer oog kreeg voor de grote, Goddelijke roeping, anders. Maar... ondertussen!
En wanneer nu een Godsman als Paulus in Romeinen 15:4 zegt dat: Al wat...tevoren geschreven is, tot ons onderricht geschreven werd...
B. Israël in verband met redding en roeping.
In Exodus 1 zien we, hoe het volk Israël in een gruwelijke slavernij geraakt. Nu zou bij ons de vraag kunnen opkomen, hoe dat mogelijk was. Zij waren toch Gods volk! Zij waren toch afstammelingen van Abraham, van wie ze al de beloften erfden! Zij waren toch verbondskinderen! Zij waren ook gelovig, ten dele tenminste, denk maar aan de ouders van Mozes! En had God ook niet een machtig groot plan met hen als volk? Het plan, dat Hij aan Abraham, Isaäk en Jakob had geopenbaard?!
Er is één antwoord op deze vraag. Zij hadden het erg goed gehad in Gosen, ze hadden geleefd in een tijd van hoogconjunctuur, zij hadden alleen aan zichzelf en hun eigen voorspoed gedacht en waren zodoende hun hele roeping als volk vergeten; hun roeping tegenover alle geslachten des aardbodems.
Als Mozes, door God gezonden, hun de boodschap van bevrijding brengt, nemen ze die grif aan, Exodus 4:29-31. Maar als de Farao daarop de druk verzwaart, gaan ze onmiddellijk weer overstag en willen ze niet meer naar Gods boodschap door Mozes luisteren. Alles draaide alleen om henzelf en toen ze het extra moeilijk kregen, dachten ze alleen aan zichzelf. Aan alle geslachten des aardbodems dachten ze geen moment.
Het ging weer alleen om hun redding en niet om de roeping.
Tijdens de woestijnreis was het precies eender. Bij elke nieuwe moeilijkheid die zich voordeed, water- en voedselschaarste, dachten ze alleen aan hun eigen bestaan. Telkens ook dachten ze terug aan Egypte. Nergens merk je iets van een verlangen om door te gaan naar Kanaän, om daar aan hun roeping te beantwoorden. Alleen hun redding was voor hen belangrijk.
En zoals altijd, werden ze er niet beter van door aan zichzelf te denken. Integendeel...die hele generatie - boven de twintig jaar - komt om in de woestijn.
Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat! Johannes 12:25.
De jongere generatie bracht het er in zoverre beter vanaf, dat men wel doorstootte naar Kanaän en het land veroverde. Althans, een deel ervan. Maar ook daar trad er een verslapping op. In Jozua lezen we van de grote overwinningen die de Heer gaf. Maar in hetzelfde boek begin je tevens iets van de verslapping te zien en in Richteren gaat het helemaal mis. De grote roeping was weer uit het oog verloren. Altijd weer zien we, dat het ware geluk alleen daar gevonden wordt, waar men gehoor geeft aan de Goddelijke roeping!
C. De gemeente in verband met redding en roeping.
Als gemeente van Christus hebben wij veel minder excuses dan het volk Israël wanneer we meer bezig zijn met onze eigen redding dan met de Goddelijke roeping! Want in het Nieuwe Testament wordt de aandacht veel meer gevestigd op die roeping dan in het Oude Testament. Gedurende de laatste 2000 jaar zijn er goede tijden geweest, evenals voordien bij het volk Israël, maar wat heeft de christenheid ook niet dikwijls de grote roeping van de Heer vergeten! En wat zijn daar niet talloze tragedies uit voortgekomen.
In de tijd van de Handelingen der Apostelen ging het Evangelie als een prairievuur door de wereld. Maar in sommige van de brieven aan de 7 gemeenten, in Openbaring 2 en 3, constateren we al een begin van verslapping. Er waren gemeenten, die de grote roeping uit het oog verloren hadden.
Onder de druk van de Romeinse vervolgingen in de eerste 2 eeuwen is er veel goeds gebeurd. Maar zodra de vervolgingen ophielden, in de tijd van Constatijn, ging het mis. En zo kunnen we verder gaan, de eeuwen door.
Maar hoe staan de zaken in onze tegenwoordige tijd? De mensen die heel hun leven lang blijven zitten wachten op hun redding zijn natuurlijk een extreem voorbeeld. De meesten zullen niet in zulke uitersten vervallen, maar in diepste wezen vindt men die afwachtende houding overal. Daarom gaat er zo weinig van zulke mensen uit!
Op een bijbelbespreking hebben we wel eens de vraag gesteld welk boek je moet lezen om te weten wat christenen geloven. Het antwoord? 'De Bijbel'. Ons antwoord daarentegen was: 'Helemaal niet. De liederenbundels'.
Nu, vergelijk dan eens het aantal liederen over de redding met het aantal over onze roeping...Goddank zijn er wel aanbiddingsliederen en zendingsliederen, maar het is toch opvallend hoe in verreweg het meeste van wat wij zingen de mens zelf in het middelpunt staat. Maar over onze roeping...
In de catechismus staan erg mooie dingen. Er staat zeer veel in over onze redding en dat is ook nodig. Maar waar valt het accent op onze roeping?
En hoe is het met de prediking? Redding of roeping, waar hoor je het meeste over? Zijn de populairste predikers niet zij, die appelleren aan het menselijk egoïsme?
Zeker zijn er wel gemeenten, waar een grote activiteit ten toon wordt gespreid. En uiteraard zijn we blij met alles, wat bijdraagt tot uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Toch is het wel goed, dat we ons de vraag stellen: Is deze activiteit door God ingegeven? Gaat deze activiteit wel in de richting van de Goddelijke roeping?
D. De uitverkiezing in verband met redding en roeping.
Vroeger - of gebeurt het nog wel? - werd wel eens de vraag gesteld: 'Gelooft u in de uitverkiezing?' Maar, wat werd er met deze vraag bedoeld? Een uitverkiezing tot een bepaalde roeping? Of een uitverkiezing om gered te worden? In alle gevallen, zonder uitzondering, werd dit laatste bedoeld! Merkwaardig, niet?
Voor miljoenen mensen zou heel de uitverkiezing nooit zo'n probleem geweest zijn als ze maar ingezien hadden, dat die vraag veel meer te maken heeft met roeping dan met redding! Neem bijvoorbeeld die bekende tekst: In Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld...Efeze 1:4.
Ja, dat staat er. Maar waartoe uitverkoren? Er staat niet ...om te worden gered..., er staat ...opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn...
En nu we het toch over deze passage hebben, laten we dan ook vers 5 eens bekijken. Het is opvallend hoe de vertalers, waarschijnlijk onbewust, hun eigen visie - of gebrek aan visie - in een vertaling verwerken.
In de Statenvertaling namelijk is deze tekst als volgt weergegeven: Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen.
Deze vertaling is zonder meer een ramp geweest! In de grondtekst staat het er ook absoluut niet zo. Iedereen, die een beetje Grieks kent, kan nagaan wat er wel staat. De NBG vertaling is hier beter dan de Statenvertaling, maar nog lang niet volmaakt. Daar staat: In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen.
In de grondtekst staat er letterlijk: ons voorbestemd tot zoonstelling (Grieks: pro orisas hemas eis huiothesian).
Dit woord zoonstelling (huiothesia) heeft te maken met een oud Grieks gebruik. Werd in een welgestelde familie een jongetje geboren, dan werd hij voor zijn opvoeding toevertrouwd aan een slaaf. Zie Galaten 4:1,2. Dat jongetje werd door zijn vader ook geen zoon genoemd, alleen maar kind. Maar, als het opgegroeid was, tot bijvoorbeeld 12-jarige leeftijd, dan werd er een soort meerderjarigheidsfeest belegd en werd het kind, in tegenwoordigheid van een advocaat, door de vader officieel als zoon aangesteld.
Het woord aangenomen komt hier in de grondtekst helemaal niet voor. Bij dit woord denk je aan adoptie van een vreemd kind en daarvan is er in deze passage helemaal geen sprake! (Wij worden trouwens als kinderen van God niet aangenomen, maar geboren!)
Veel teksten in het Nieuwe Testament krijgen dan ook een veel duidelijker betekenis, als mens zich bewust wordt dat het woord zoon veelal de betekenis heeft van opgegroeid of gerijpt kind.
De predestinatie - tevoren ertoe bestemd - heeft hier niet te maken met het-kind-van-God worden, maar met het heilig en onberispelijk zijn, dus ook met geestelijke groei en zoonschap.
De uitdrukking: tevoren bestemd komt maar 2 keer voor in de Efezebrief. De tweede keer is in 1:11 en daar houdt die predestinatie verband met een erfenis (het erfdeel).
Dit thema van het zoonschap speelt een grote rol in het Nieuwe Testament, ook in verband met de wederkomst van Christus en onze roeping. Daarom zijn we er op ingegaan.
E. De wederkomst in verband met redding en roeping.
Zelfs als het gaat om de boodschap van de wederkomst van onze Heer - Hij, die ons toch wordt aangekondigd als de grote KONING en BRUIDEGOM - hebben we kans gezien het accent te verleggen en ook de wederkomst te stellen in het licht van de redding in plaats van dat van de roeping. Misschien moeten we ons dan bij het woord redding iets losmaken van de gedachte aan redding van het verderf, van de ondergang en ons wat meer bepalen tot redding uit lijden en nood. Motief? Egoïsme...
Wat zijn, in kringen waar de boodschap van Jezus' wederkomst voor Zijn Bruid wordt verkondigd, de meest gebruikte teksten? Misschien is de allermeest gebruikte wel deze: daarna zullen wij...op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht. Thessalonicenzen 4:17.
Het is inderdaad een machtig mooie tekst en niemand van ons zou hem graag in de Bijbel willen missen, maar waarom is hij zo populair?
Als het nu is, omdat men er hartstochtelijk naar verlangt om aan de grote roeping te voldoen en Bruid te zijn voor de Grote Koning, dan is het goed. Maar dan zal men er evenzeer ernst mee maken, om te beantwoorden aan andere aspecten van onze roeping. Dan zal ook een andere tekst uit diezelfde Thessalonicenzenbrief, die over roeping gaat, evenzeer aanslaan. Bijvoorbeeld een tekst als deze: ...blijven wandelen Gode waardig, Die u roept tot Zijn eigen Koninkrijk en heerlijkheid. 1 Thessalonicenzen 2:12.
Laten we eerlijk zijn, als er tien keer gesproken wordt over de Here tegemoet gaan in de lucht, wordt er dan ook maar één enkele keer gesproken over de roeping: tot Zijn eigen Koninkrijk en heerlijkheid? Dus over onze taak in het Komende Rijk?
Mocht er iemand zijn, die het wel zo getroffen heeft, dat over dit laatste onderwerp gesproken wordt, dan van harte gefeliciteerd!
De roeping van de gemeente is tweeledig, waar het de tijd betreft. Zij heeft een taak nu, in deze tijd, zij het op de toekomst gericht. Zij krijgt een taak in de toekomende eeuw, na de wederkomst van Christus.
Het is op 'die roeping in verband met de wederkomst', dat we wat dieper zouden willen ingaan, maar daartoe zou het wellicht goed zijn, eerst wat aandacht te besteden aan de veelzijdigheid van die roeping. Die is bijvoorbeeld terug te vinden in de volgende teksten:
Mattheüs 28:19 - al de volken maken tot Zijn discipelen.
Johannes 4:23 - aanbidders van de Vader zijn
Handelingen 1:8
Romeinen 8:19; 16:20
1 Corinthiërs 1:9; 6:2,3
2 Corinthiërs 11:2
Efeziërs 1:12; 2:7; 3:10; 4:11-13; 6:12
1 Thessalonicenzen 1:9
2 Thessalonicensen 3:1
1 Timotheüs 2:2
2 Petrus 3:12
Openbaring 2:26,27; 3:21; 12:11; 21:24; 22:5
Het biddend overdenken van elk van deze teksten zou op zichzelf genomen al stof genoeg zijn, althans moeten zijn, om onze instelling, als het gaat over de wederkomst van Christus, radicaal te wijzigen. Let wel! We hebben het over biddend overdenken, niet over dogmatiseren of theologiseren...
Onze roeping in verband met de Wederkomst van Christus.
Zo goed als we gezien hebben, hoe de boodschap van de uitverkiezing en die van de wederkomst van Christus erg veel aan waarde verliezen, wanneer we ze alleen maar betrekken op onze redding, willen we, heel in het kort, een vijftiental punten bespreken die te maken hebben met onze roeping in verband met de wederkomst.
Maar zullen we dan eerst nog even een blik terug werpen op datgene wat aan onze roeping voorafging?
Het evangelie is een aanbod van gratie aan opstandelingen.
God had de wereld geschapen als een 'provincie' van Zijn Koninkrijk. De mens zou onderkoning zijn en die provincie voor God beheren. In de zondeval werd de mens Zijn Koning ontrouw; hij kwam in opstand en stelde de grens open voor de vijand. De satan kwam binnen en deze wereld werd bezet gebied. Satan werd de god dezer eeuw, 2 Corinthiërs 4:4 en de overste der wereld, Johannes 14:30. Door de eeuwen heen is deze wereld bezet gebied gebleven, tot op heden toe. En de mensheid in het algemeen leeft nog altijd, bewust of onbewust, in opstand tegen God.
Meer dan 2000 jaar geleden kwam de Koning incognito naar dit bezette gebied. In Zijn eigen Persoon betaalde Hij de schuld van hen, die in opstand tegen God leefden. Tegelijkertijd heeft Hij 'een verzetsgroep' georganiseerd, met de opdracht om de hele wereld door aan opstandelingen een boodschap van gratie te verkondigen. Voorwaarden voor deze amnestie waren:
wapens neerleggen,
vrede sluiten en
de heerschappij van de Koning aanvaarden.
Zij, die het aanbod aanvaarden, worden ingelijfd in het verzetsleger van de Koning.
Hun levensdoel wordt dan om de boodschap uit te dragen aan de overgebleven opstandelingen en alles op alles te zetten, om de bevrijding van deze provincie te verhaasten.
Straks, wie weet hoe spoedig, komt de Koning weer. Hij zal dan krachtdadig het bezette gebied bevrijden en Zijn rechtmatig eigendom, deze provincie, weer in bezit nemen. Dat wordt een machtige bevrijding van de hele wereld. Daar, waar nog tegenstand wordt geboden, zal Hij die radicaal breken. De opstandelingen, die weigerden Zijn aanbod van gratie te aanvaarden, zullen worden berecht.
Diegenen echter, die het aanbod wel hebben aanvaard en die de Koning trouw dienden in het verzet, zullen worden beloond. Uit deze laatste groep vormt de Koning een regering om samen met Hem de bevrijde wereld te regeren.
De 15 punten, die we nu heel kort willen bespreken, zijn:
- Het heelal geschapen als Koninkrijk Gods.
- Satans greep naar de troon van de Hemel.
- De grote scheuring in het Koninkrijk Gods.
- Oorlog tussen Gods Rijk en dat van satan.
- De wereld als provincie van het Godsrijk.
- Satans greep naar de troon van de wereld.
- De opstand van de mensen tegen de Koning.
- De wereld door de zondeval bezet gebied.
- De noodzaak van verzet in bezet gebied.
- De roeping van Abel en anderen in het verzet
- De roeping van Abram als verzetsstrijder.
- De roeping van Israël als verzetsstrijder.
- De roeping van de kerk als verzetsleger.
- De wederkomst en de bevrijding der wereld.
- Waarom zo de nadruk op onze roeping gelegd?
1. Het heelal geschapen als Koninkrijk Gods.
God schiep het heelal. Dat gebeurde, lang voor de schepping van de mens, in de diepten van voorbijgegane eeuwigheden.
God schiep het heelal. Let wel, niet alleen deze aarde, maar het ganse heelal: het materiële heelal en alle engelenmachten.
God schiep het heelal voor Zichzelf. Denk aan die mooie woorden in Openbaring 4:11: Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om Uw wil was het en werd het geschapen.
Dat heelal was Zijn eigendom, Zijn Koninkrijk.
Wat we met Koninkrijk bedoelen?
Dat Koninkrijk is het totale gebied onder Zijn heerschappij. Dat Koninkrijk omvat alles, waarover Hij Koning is. Het Koninkrijk is overal, waar Hij Koning is. Oorspronkelijk omvatte dat het ganse heelal. Eens zal het ook weer zo worden!
2. Satans greep naar de troon van de hemel.
Toen God het heelal schiep, was er maar één Koning en één Koninkrijk. Alle hemelmachten erkenden dat de Schepper het volste recht had op heel Zijn schepping. Elk erkende Hem als Hoofd, als Koning en elk gehoorzaamde Hem als zodanig. Er heerste een volmaakte en wonderheerlijke harmonie.
Maar ergens in de diepten der eeuwigheid heeft zich een tragedie afgespeeld, die we nu nog maar zeer gedeeltelijk kunnen verstaan.
We staan voor het mysterieuze feit, dat in één van Gods heerlijkste schepsels, Lucifer, het kwaad zich heeft geopenbaard.
Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads...
En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten...
...en ik wil opstijgen...mij aan de Allerhoogste gelijkstellen...Jesaja 14.
De Bijbel zegt niet zo heel veel over de val van satan. Misschien omdat wij toch niet kunnen begrijpen, wat zich in die geestelijke wereld heeft afgespeeld. Wel zijn er enkele passages, die er enig licht op werpen. Uit deze maken wij op dat Lucifer gegrepen heeft naar de troon van God. Hij wilde zelf koning van het heelal zijn en het middelpunt van aller aanbidding.
3. De grote scheuring in het Koninkrijk Gods.
Door de greep naar de Troon, werd het eens zo heerlijk harmonieuze heelal uit elkaar gescheurd. Het Koninkrijk Gods werd verdeeld. Waar er voorheen slechts één Hoofd was geweest, waren er nu twee, met alle gevolgen van dien. Uiteraard kunnen we ons geen voorstelling maken van de consequenties van deze tragedie in de onzichtbare wereld. Dat zullen we pas dan kunnen, wanneer we ten volle in de geestelijke wereld leven. Wel beseffen we er iets van hoe verbijsterend erg deze scheuring geweest moet zijn, als we in Efeze 1 lezen hoe belangrijk het voor de Heer is, dat alles weer onder één Hoofd gebracht zal worden: ...door ons het geheimenis van Zijn wil te doen kennen in overeenstemming met het welbehagen dat Hij zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één Hoofd, dat is Christus, samen te vatten...
Let wel, het gaat hier niet alleen om iets op aarde, het gaat om 'al wat in de hemelen en op aarde is'. Het gaat om het ganse heelal! En het hoort bij onze roeping om daaraan mee te werken, dat de macht van satan wordt vernietigd, dat alles weer onder één Hoofd komt te staan en de kosmische harmonie wordt hersteld. Wat is dat toch enorm veel meer dan 'alleen maar' gered worden en naar de hemel gaan.
4. Oorlog tussen Gods rijk en dat van satan.
Toen satan zag, dat zijn 'staatsgreep' mislukt was en hij de Troon niet kon bemachtigen, had hij zich daarbij neer kunnen leggen. Dit deed hij niet. Hij volhardde in zijn opstand, met als gevolg, dat er van toen af aan tot nu toe oorlog geweest is tussen het Rijk van God en het rijk van de hel.
Als men in een bijbelbespreking de vraag stelt: 'Wat is de achtergrond van de hele Bijbelse geschiedenis?' of, 'Waar gaat de Bijbel in zijn geheel over?' dan krijgt men zeer merkwaardige antwoorden. Eén van de minst slechte is wel: 'De Bijbel gaat helemaal over de zondeval en de verlossing van de mens'. Uiteraard is dit ook waar, maar toch is Gods Verlossingsplan 'slechts' een onderdeel van een nog zoveel groter Plan. Achter de hele geschiedenis van zondeval en verlossing ligt iets dat veel dieper gaat. Dat diepere is de superkosmische strijd om de Troon, om de heerschappij in het heelal. Dus niet alleen de strijd om de heerschappij hier op aarde, maar in het ganse heelal. En, hoe ongeloofwaardig het ook moge klinken, wij hebben de roeping om daarin een aandeel te hebben. De vijand zal dan ook alles op alles zetten om te maken, dat onze visie niet verder gaat dan 'het gered worden en naar de hemel gaan'. Is hij op dit ogenblik tevreden over ons?
5. De wereld als provincie van het Godsrijk.
Het heelal dan raakte verdeeld in het Koninkrijk Gods en het rijk van de satan. Toen kwam de tijd, dat de Heer aan zijn Rijk een 'provincie' toevoegde. Hij schiep deze wereld, als onderdeel van Zijn hele Rijk. Deze wereld was ook Zijn eigendom, Zijn bezit. En met deze wereld had Hij een verbazingwekkend groot plan! In de reeds genoemde tekst Efeze 1:9 staat, dat God Zich iets had voorgenomen. Ook in vers 11 is er sprake van Zijn voornemen. En in Efeze 3:10 spreekt Paulus zelfs over het eeuwige voornemen. Deze wereld vertegenwoordigde blijkbaar iets heel kostbaars voor God!
Op zichzelf genomen is onze aarde naar verhouding niet meer dan een stofje in Gods heelal. Toch heeft de Heer er, in Zijn eeuwig voornemen, een enorm belangrijke plaats aan toegekend!
We kunnen verschillende facetten van dit 'eeuwige voornemen' noemen, zoals:
Deze aarde moest de plaats worden, waar Jezus mens werd om tot in alle eeuwigheden Mens te blijven.
Deze aarde moest de plaats worden, waar de Koning van het heelal een Bruid, een Koningin, zou vinden. Enzovoorts...
Op het moment willen we echter alleen hierop de nadruk leggen, dat deze aarde het toneel zou worden, het slagveld, waarop heel de strijd tussen het Rijk van God en dat van de hel uitgestreden zou worden.
6. Satans greep naar de Troon van de wereld.
Toen God de mens geschapen had, meende de satan zijn kans schoon te zien, om zijn rijk uit te breiden. Hij mocht dan gefaald hebben in zijn poging om de Troon van de hemel te bemachtigen, misschien kon hij wel de troon en de aanbidding hier op aarde verkrijgen. En we weten maar al te goed, dat zijn opzet gelukt is. Zijn duivelse zucht om te heersen en om aanbeden te worden was onverzadigbaar en beheerste alles wat hij deed. We hebben er nu dan ook terdege rekening mee te houden, dat hij inderdaad de god dezer eeuw en de overste der wereld is.
De eeuwen door is het hem gelukt zijn duistere heerschappij uit te oefenen over de volkeren van de wereld en om hun aanbidding te verkrijgen. Immers, hun offeren is een offeren aan boze geesten, vertelt Paulus ons in 1 Corinthiërs 10:20.
Zij, die bekend zijn met niet-christelijke culturen, kunnen hierover meepraten. Maar ook hier, in het zogenaamd verlichte westen, oefent de satan op schrikbarende wijze zijn heerschappij uit, zij het veelal op andere manieren. Hoewel, wie had vroeger ooit kunnen denken dat er in het 'christelijke' westen een satanskerk zou ontstaan??
In zijn greep naar de troon van de wereld heeft de satan natuurlijk ook God willen beroven. En wellicht zag hij ook mogelijkheden om, vanuit deze aarde als 'basis', opnieuw een greep te doen naar de Troon van de hemel!
7. De opstand van de mensen tegen de Koning.
Adam en Eva hebben, toen zij zich lieten verleiden, volkomen niet begrepen wat de opzet van de slang was. Hun ongehoorzaamheid was in wezen een daad van opstand tegen God. En om hen tot die opstand te verleiden, heeft hij ze als aas datgene voorgehouden, waardoor hij zelf was gevallen: gij zult als God zijn! Genesis 3:5.
Andrew Murray zegt: 'De grootste heerlijkheid van het schepsel is om volkomen afhankelijk te zijn van zijn Schepper'.
De zondeval, zowel bij satan als bij de mens, begon toen men niet langer afhankelijk wilde zijn en men zelf als God wilde zijn. Dat was het begin van alle problemen en tot op heden zien we over de gehele wereld deze houding van onafhankelijk willen zijn van God. In wezen dus: opstand tegen God!
En laten we daarbij niet alleen aan de atheïsten denken! Er zijn ontelbaar vele godsdienstige mensen die zichzelf volkomen handhaven, ondanks hun zogenaamde geloof. Zeer velen 'dienen' de Heer precies in zoverre als ze zelf willen, en dat is niet anders dan zelfhandhaving en opstand tegen Hem Door zulke mensen is Jezus vermoord, door zulke mensen wordt heden ten dage Zijn Kerk vermoord, zij het veelal op een zeer 'christelijke' wijze!
Deze mondiale opstand tegen God is dan ook de diepste oorzaak van alle politieke, sociale en economische problemen. Geen enkele poging om de wereld meer leefbaar te maken, zal ooit kunnen slagen, eer de mens zijn opstand prijsgeeft en zich buigt voor zijn rechtmatige Vorst!
8. De wereld door de zondeval bezet gebied.
Door zijn ongehoorzaamheid en opstand tegen God, is de mens gevallen. Maar dat is niet alles. Er komt bij, dat hij de deur, de grens, voor de satan heeft geopend, zodat deze binnen kon komen en macht krijgen hier op aarde. Die uitdrukkingen: god dezer eeuw en overste der wereld zijn enorm veelzeggend.
De toestand op aarde zal nooit normaal kunnen worden, voordat de wereld 'bevrijd' is.
De mensen verbazen zich erover dat ondanks de vooruitgang (?) in de beschaving, toch de ene op de andere oorlog volgt. Niemand wil oorlog, maar elke keer heb je die weer! Is dat niet allemaal het gevolg van het zondige in de mens? Niet dat alleen, maar...waar de mens onafhankelijk van God wil zijn, wordt hij de slaaf van duistere machten. In zijn zucht naar vrijheid belandt hij in de allerergste vorm van gebondenheid. Hij heeft de deur opengegooid voor het rijk van de hel en hij houdt die deur open.
De vijand doet hier twee dingen: binden en verblinden. Hij bindt de mensen, maar verblindt ze tegelijkertijd zo, dat ze niet beseffen in bezet gebied te leven. Daarom weerstaat men de boodschap die leidt tot bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van satan tot God. Handelingen 26:18.
9. De noodzaak van verzet in bezet gebied.
God zou God niet zijn wanneer Hij de bezetting van Zijn 'provincie Aarde' eindeloos zou laten voortduren. Natuurlijk had Hij Zelf, zonder hulp van anderen, de macht van de bezetter kunnen breken en het bezette gebied bevrijden. De valse gedachte van de moslims in dit verband is dan ook dat God in alles soeverein handelt en geen hulp van mensen verlangt.
De God van de Bijbel is echter heel anders. Hij schiep de mensen voor de liefdesgemeenschap met Zichzelf, maar ook voor een belangengemeenschap met Hem; voor een werkgemeenschap en een strijdgemeenschap.
Het behoort tot de roeping van de mens om aandeel te verkrijgen in de strijd voor de grote bevrijding. Men hoort hier niet zoveel over, omdat de meeste christenen hoofdzakelijk aan hun persoonlijke redding denken. We krijgen echter een heel nieuwe Bijbel, wanneer we die gaan lezen als de geschiedenis van verzetsstrijders in dit bezette gebied.ij een verbazingwekkend groot Plan! In de reeds genoemd tekst (Efeze 1:9) staat er, dat God Zich iets had voorgenomen. Ook in vers 11 is er sprake van Zijn voornemen. En in Efeze 3:10 spreekt Paulus zelfs over het eeuwige voornemen. Deze wereld vertegenwoordigde blijkbaar iets heel kostbaars voor God!
De noodzaak van verzet ligt uiteraard ook hierin, dat de Koning nooit Zijn eigendom terug zal krijgen en de mensheid nooit vrede, geluk en voorspoed zal ervaren, als er geen verzet is dat leidt tot verdrijving van de bezetter. Alle ontwikkelingshulp en alle streven naar een meer leefbare wereld lopen op niets uit, als de macht van de hel niet verbroken wordt.
10. De roeping van Abel en anderen in het verzet.
In gedachten zien we Abel bij zijn altaar staan. We zien hem als jongeman, die door zijn offer in de rechte verhouding tot God wil komen. Dat is waar, maar is het niet merkwaardig dat we een dergelijke geschiedenis haast altijd alleen zien in het licht van de redding en niet in dat van de roeping? Door zijn altaar te bouwen en het offer te brengen, heeft Abel God erkend. Hij heeft erkend, dat God recht had op zijn leven en impliciet: recht op heel de wereld! Door deze daad heeft hij niet alleen maar vergeving gezocht om later in de hemel te kunnen komen, maar hij heeft, bewust of onbewust, als het ware Gods vlag geplant in dit bezette gebied. En dit was de ergst denkbare uitdaging aan heel het rijk van de hel!
Misschien wist Abel het zelf niet, maar zijn offer, in tegenstelling tot dat van Kaïn, was een heenwijzing naar het offer van Hem, die door Zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen! Hebreeën 2:14. Dat hield in: de bevrijding van het bezette gebied! En als Abel het niet geweten heeft, heeft de satan het wel geweten, vandaar die felle reactie door de moordenaarshand.
Ook Henoch en Noach hebben, bewust of onbewust, aan de roeping beantwoord, de roeping om als verzetsstrijders Gods vlag te planten hier op het terrein van de vijand. En zo vinden we in de Bijbel een lange rij van mensen, die zich niet hebben neergelegd bij de bestaande toestand, maar die streden voor de zaak van de Heer.
11. De roeping van Abram als verzetsstrijder.
Abel, Henoch, Noach, elk hebben zij persoonlijk God gediend en Zijn vlag in dit bezette gebied geplant. Abram, later Abraham geheten, deed hetzelfde. Meerdere malen lezen we van zijn altaar. Met de roeping van Abram echter, is er een nieuwe mijlpaal bereikt in de geschiedenis van de bevrijding van de wereld. Gewoonlijk zeggen we, dat met Abraham Gods Heilsplan begon.
Het volgende beeld is wel eens gebruikt: De volkerenstroom valt te vergelijken met een rivier, waaruit God op een gegeven moment een zijtak nam, waaruit Hij een tweede rivier, Israël, liet ontstaan, die parallel liep aan de hoofdstroom en waardoor later de hoofdstroom gereinigd zal worden.
Terwijl Abraham, evenals Abel en anderen, persoonlijk door zijn leven verzet bood aan het rijk van de hel, is hij tevens de aartsvader geworden van een heel ander volk, dat deze zelfde roeping had. God legde Zijn hand op hem, op één man, maar uit die man kwam voort het hele geslacht van Jakob, 70 zielen, en daaruit weer het volk Israël. Weinig heeft Abraham, althans in het begin, begrepen van wat die woorden wel inhielden: Met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Genesis 12:3.
12. De roeping van Israël als verzetsleger.
God heeft het volk Israël gered uit een ellende van slavernij in Egypte en uit de greep van die genadeloze despoot, de Farao. Er wordt dan ook nogal eens de nadruk gelegd op het wonder van de redding van dit volk, en terecht!
Maar...zij zijn gered met het oog op een grootse roeping! Uit alle volken van de wereld heeft de Heer één volk uitverkoren. Niet slechts om gered te worden, maar om Zijn verzetsleger te zijn. Terwijl de Israëlieten nog zuchtten onder het juk in Egypte, zag de Heer vooruit en noemde Hij hen: Mijn legerscharen, Exodus 7:4.
Israël kreeg de roeping om, temidden van de demonische duisternis van het heidendom, het heldere licht van God te laten schijnen. Ook moesten zij opkomen voor Zijn rechten op aarde, zij moesten een bolwerk van de hemel zijn en de haarden van occultisme en demonie uit het rijk van de hel vernietigen.
Vele mensen begrijpen al dat oorlogvoeren en bloedvergieten in het Oude Testament niet. Het is, omdat men geen besef heeft van wat daar gaande was. Geen besef van de gruwelijke realiteit, dat hele volken broeinesten waren geworden van demonische praktijken en voorposten van de hel. Het is een hele studie om na te gaan, wanneer en in hoeverre Israël aan de grote roeping heeft beantwoord. Er zijn tijden geweest, dat de vijand tandenknarsend moest toezien, hoe dit volk Gods vlag plantte op 'zijn' gebied. Er zijn ook tijden geweest, dat de vijand zeer tevreden was over de gang van zaken. En hoe is dat tegenwoordig?
13. De roeping van de kerk als verzetsleger.
Als we een punt op papier zetten en die Abraham noemen, dan kunnen we om die punt een cirkeltje trekken, dat het geslacht van Jakob voorstelt. Verder trekken we om dat cirkeltje een grotere cirkel voor het volk Israël en vervolgens daar omheen een nog grotere cirkel voor Christus' Gemeente.
Immers, Israël was een volk tussen de volkeren, tussen de Assyriërs, de Babyloniërs, de Egyptenaren, enzovoorts. De Gemeente echter is een wijdere cirkel. Zij is niet een volk tussen de volken, maar een volk uit alle volken. Buiten de cirkel van de Gemeente, kunnen we nog een grotere cirkel trekken, om de volkeren in het komende Vrederijk voor te stellen. De Gemeente bestaat uit 'opstandelingen', die Gods aanbod van gratie hebben geaccepteerd en die zich geschaard hebben onder de vlag van de Rechtmatige Vorst van deze aarde. En als het goed is, strijden ze ook mee voor de bevrijding van deze wereld.
Evenals Israël heeft de Gemeente een roeping om, temidden van een demonische duisternis, het heldere licht van God te laten schijnen. En evenals Israël heeft de Gemeente de roeping strijd te voeren, zij het niet langer tegen voorposten van de hel in vlees en bloed, maar tegen de hele legermacht van de hel in de onzichtbare wereld.
14. De Wederkomst en de bevrijding der wereld.
Dit is het grote gebeuren, waarnaar zieners en profeten door de eeuwen heen hebben uitgekeken.
Dit is het grote gebeuren, waardoor het intense verlangen van miljarden, namelijk het verlangen naar vrede, in vervulling zal gaan.
Dit is het grote gebeuren, waardoor het zo lang door demonen bezette gebied eindelijk weer vrij zal worden.
Maar bovenal zal de wederkomst van Christus het grote gebeuren zijn, waarbij God Zelf Zijn lang verloren eigendom opnieuw in bezit zal krijgen.
En tegelijkertijd zal dit het grote gebeuren zijn, waarbij Christus als Koning een Koningin verwerven zal uit hen, die er niet tevreden mee waren gered te worden en naar de hemel te gaan, maar die trouw hebben meegestreden voor de komst van Zijn Rijk. Dan zal het gebed, door miljoenen en nog eens miljoenen gebeden in vervulling gaan: Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde...want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen! Mattheüs 6.
15. Waarom zo de nadruk op onze roeping gelegd?
Ja, waarom moeten we eigenlijk onze roeping in verband met de wederkomst zo beklemtonen?
Omdat...de Heer zo graag wil, dat wij ons vol verwachting spoeden naar de komst van de dag Gods! 2 Petrus 3:12.
Omdat...we zoveel mensen treffen, die alleen maar lijdelijk afwachten wat er zal gaan gebeuren!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die zeggen: 'O, dat kan nog wel duizend jaar duren!'. En die dit nog hopen ook!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die de wederkomst alleen nog maar zien in het licht van de redding, en die hun roeping niet verstaan!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die bij de boodschap van de wederkomst alleen maar aan zichzelf en hun eigen belang denken!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die wel enthousiast zijn over de wederkomst, maar die toch weinig of niets doen om die te verhaasten!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die alleen maar over de wederkomst theoretiseren en er zelfs met elkaar over twisten!
Omdat...we zoveel mensen treffen, die er weinig of niets van afweten en er toch voor open staan!
Omdat...de duivel alles op alles zet, om ons passief te doen zijn ten opzichte van Jezus' wederkomst!
Strijd?
Lees eens:
Mattheüs 10:1,8; 12:28
Lucas 10:17,18
Romeinen 16:20
2 Corinthiërs 10:3,4
Efeze 6:10-17
Colossenzen 1:29; 4:12
1 Thessalonicenzen 2:18
1 Timotheüs 1:18; 6:12
2 Timotheüs 2:3; 4:7
1 Petrus 2:11; 5:9
1 Johannes 2:13,14; 3:8
Openbaring 12:17; 13:17; 19:19.
Sidney S. Wilson
« vorige bijbelstudie — volgende bijbelstudie »